Belangrijke adressen
Frans verkeersbureau Frans Nationaal Verkeersbureau, Prinsengracht 670, 1017 KX Amsterdam. Tel: 0900-1122332, fax: (0031)6203339, e-mail: [email protected] VVV Ardeche: Comité Départemental du Tourisme de L'Ardèche, 4, Cours du Palais, B.P. 221, F-7000 Privas. Tel: (0033)475649466, Fax: (0033)475642393, e-mail: [email protected] internet: www.ardeche-guide.com VVV Largentière: Tel: (003) 475391428, fax: (0031)475392366, e-mail: [email protected] internet: www.largentiere.net Overnachting www.gites-de-france-ardeche.com e-mail: [email protected] en www.la-montagne-ardéchoise.com Wij verbleven in Auberge de la tour de Brison in Sanhilhac. Tel (003) 475392900, internet: ww.belinbrison.com Prima kamers, haute cuisine, maar niet perse geschikt voor koolhydraten verslindende fietsers. Routes Het al eerder genoemde boekje met fietsroutes is verkrijgbaar bij het Frans verkeersbureau. Bij de VVV is de kaart: Tours en Touristmap verkrijgbaar en die voldoet net. Kaarten 1:25.000 van het Institut Geogra Phique National (IGN) zijn te koop in de meeste boekwinkels. Internet www.ign.fr Wil je speciale informatie: bel of mail dan naar Christophe Nury (in Engels of Frans) van Comité Départemental du Tourisme de l'Ardéche. Tel: (0033)475640466, fax: (0033)475642393, e-mail: [email protected] internet: www.ardeche-guide.com |
Cévenne ardéchoise
ARDÈCHE tekst en foto's: Ronald en Ingrid Jacobs Onze ervaringen tijdens onze spaarzame en vooral korte verblijven in Frankrijk, zorgden er in eerste instantie voor dat wij het Franse volk nogal hautain en onvriendelijk vinden. Heel wat francofielen hebben ons ervan proberen te overtuigen dat we het helemaal verkeerd zien. “Je spreekt geen Frans, dat is ’t hem, je begrijpt hun goede bedoelingen niet!”. Daar lieten wij het niet bij zitten. Dus op Franse les…. En om maar meteen theorie in praktijk te brengen vertrokken we in het najaar naar de Ardèche. Afwisselend landschap Het departement Ardèche ligt in het zuid-oosten van Frankrijk onder Lyon tussen de departementen Massif Central en de Provence. De bekende rivier de Rhône is over een afstand van 135 km de natuurlijke grens. Samen met zeven andere departementen vormt de Ardèche de regio Rhône-Alpes. Wat betreft het landschap kun je eigenlijk niet spreken over dé Ardèche. Daarvoor is het landschap veel te afwisselend. Van groene glooiende heuvels in het noorden tot grillig gevormde basalt- en granietrotsen in het zuiden. Van het Franse verkeersbureau kregen we het gratis boekje ‘Ardèche fietstochten’. We bestudeerden de negen beschreven racefietstochten en komen tot de conclusie dat het zuiden van de Ardèche biedt wat we zoeken. Het dichte wegennet ligt bezaaid met verkeersarme-, geasfalteerde bergweggetjes. De klimmen zijn niet extreem steil en niet extreem lang. 400 Meter hoogteverschil in één klim is wel zo’n beetje het maximum. Het gebied draagt de schilderachtige naam Cévenne ardéchoise. Op de pedalen Als ‘thuisbasis’ maken we het onszelf niet al te gemakkelijk. Onze ‘Auberge de la tour de Brison’ in het gehucht Sanhilhac, ligt namelijk op een hoogte van 475 meter en dat is in dit gebied al aardig hoog. Dat betekent dat we aan het eind van onze dagtochten nog altijd even flink op de pedalen mogen. Als we de eerste ochtend wakker worden, genieten we vanuit ons bed van het fantastische uitzicht. Voor en vooral onder ons ligt een uitgestrekt panorama van bergen en heuvels. De ochtenddauw hangt daar schilderachtig tussenin. Het najaarszonnetje is nu nog zwak, maar wint voelbaar aan kracht. We kijken elkaar tevreden aan en gaan in onze fietskleren naar het ‘petit dejeuner’, het ontbijt dus. Echt Frans. Koffie, vers stokbrood en heel veel zoetigheid. Kastanjes We besluiten als opwarmertje te starten met route nummer zeven uit het Ardèche fietstochten-boekje. Omdat die route ‘slechts’ dertig kilometer lang is, nemen we ons voor om onderweg de nodige extra kilometers aan omwegen te maken. We zien wel! Om te beginnen gaat de weg relaxed omhoog. Rustig keuvelend rijden we onder grote bomen door naar de 75 meter hoger gelegen top. Na een kilometer of vier dalen we af. Tussen de wijnvelden door rijden we het dorpje Versas binnen. Boven ons steekt de achthoekige toren van het kasteel van Versas trots de hoogte in. Dat doet hij al vanaf de 15e eeuw, hoewel de gevel uit de renaissance stamt. Een paar scherpe bochten en dan verder dalen naar Vernon in de Beaume-vallei. De gehuchten en terrassen liggen schilderachtig boven elkaar. Ook hier weer een kasteel. Af en toe ligt de weg bezaaid met kastanjes. Tamme kastanjes wel te verstaan en daar maken ze in dit gebied van alles van: soep, ragout, puree, taart, likeur en jam. De Ardèche is eerste producent in Frankrijk. Ruim 6.000 ton van die bruine bollen vallen hier per jaar van de bomen. De echte fans moeten de laatste weekends van oktober zien dan ze hier zijn. Dan vinden er allerlei festiviteiten plaats. Joyeuse In Joyeuse moeten we een paar honderd meter over de D104. Een rode streep op de kaart, en die kleur van bloed is de kleur die de weg verdiend. Fransen in auto’s op hoofdwegen in ‘de provincie’ zijn hartstikke gek. Het maakt niet uit hoe, als het maar hard gaat. Fietsers zijn schadelijk wild en het jachtseizoen is het hele jaar geopend. Vreemd genoeg geven die zelfde idioten je op de smalle bergweggetjes, de witte strepen op de kaart, ruim baan. Of, zoals Astrix en Obelix het zo mooi zeggen: “Rare jongens die Fransen”. De mijne is een halve meter lang Al snel fietsen we weer in een oase van rust. In het gehucht Laurac en Vivarais verlaten we route zeven en dalen af naar Largentière, het kloppend hartje van de streek. We fietsen rond door de wirwar van kronkelende hele smalle steegjes, trappen en pleintjes. Als enige gasten nemen we plaats op één van de twee terrassen van het centrale plein. In ons beste eerstejaars schoolfrans bestellen we de koffie en een stokbroodje brie. Ik zit erbij of ik niet tot tien kan tellen. En dat klopt niet, want dat is nou net het enige wat ik wél goed kan in het Frans. We krijgen ieder 50 cm stokbrood voorzien van een halve kilo Brie. Lekker natuurlijk, maar het valt met een smak in mijn maag zoals een baksteen in een lege betonmolen. Met een klap dus! Afijn, het is een goed excuus om de volgende berg lekker relaxed op te fietsen. We bestuderen de kaart en rijden een nummerloos weggetje op die naar een afgelegen bergdopje gaat. Een voltreffer. De weg is amper twee meter breed en compleet verlaten. De staat van het wegdek is niet super, maar goed genoeg. We maken honderdvijftig hoogtemeters, fietsen dwars door het ogenschijnlijk verlaten gehucht en dalen weer af. Bij de volgende afslag doen we hetzelfde. Opnieuw een smalle en verkeersarme weg. Het asfalt is deze keer van prima kwaliteit. Een Romeinse brug past precies in de sfeer van de omgeving. Grillig gevormde granieten rotsen tornen hoog voor ons uit. Een paar bochten later begint de weg lekker te klimmen en rijden we over de flanken van de berg. Tegen de flanken van de kloof ligt een charmant dorpje met oeroude huisjes. Eigenlijk hoop ik stiekem dat daar een cafeetje is. Maar helaas, ook dit dorpje straalt verlatenheid uit. Eten en drinken in dit deel van de Ardèche beperkt zich vooral tot de dorpjes en stadjes aan de doorgaande weg. Genoeg eten en drinken meenemen is het devies als je kiest voor de wat minder voor de hand liggende routes. Twee gehuchtjes verder dalen we weer af. Het wegdek aan deze kant van de weg is aanzienlijk slechter, maar nog steeds goed berijdbaar. Dan, eenmaal beneden, de laatste lange klim terug naar Sanilhac. Op het terras bij de Auberge genieten we nog van de laatste zonnestralen. Ingrid met een heerlijk ‘vins rouge’ voor zich en ik met een heerlijk geurende kop koffie. Dat hebben we na 70 km en 1400 hoogtemeters wel verdiend. De volgende dagen maken we nog heel wat tochten. De oase van rust die zo kenmerkend is voor dit gebied spreekt ons enorm aan. Maar aan alles komt een eind. Onderweg naar huis lezen we nog wat folders door. Nu blijkt dat we het internationale (!) postbodemuseum hebben gemist. Balen natuurlijk, nou moeten we zeker nog eens terug. Conclusie De Cévenne ardéchoise in de Ardèche is een heerlijk fietsgebied. Zeker in het voorjaar of najaar omdat het massatoerisme er dan nog niet is of reeds is verdwenen. De ontelbare kilometers verkeersarme kleine wegen voeren door een schilderachtig landschap en bieden voldoende uitdaging om er eens flink tegenaan te vlammen, of om het juist heerlijk rustig aan te doen. Cafeetjes, terrasjes en restaurants zijn wat minder voorhanden, dus neem voldoende eten en drinken mee. Na deze reis moet er nog één ding van het hart en dat is dat we onderweg geen onvriendelijke mensen zijn tegengekomen. Misschien is het toch een goed idee geweest dat van die cursus Frans. Want samen met onze handen en voeten hebben we dit gebied in Frankrijk als zeer positief ervaren. Kortom: “A bientôt !”. |