Wein, bike und gesang
Rheinhessen heeft het grootste aaneengesloten wijngebied van Duitsland en is een speeltuin voor vinologen. Is dat ook zo voor sportieve fietsers? Ronald en Ingrid Jacobs gingen op onderzoek. Bonifatius werd in 754 bij Dokkum vermoord leerde ik op school en dat staat in koeienletters op zijn standbeeld, hier in het centrum van de Duitse stad Mainz. Kunstenaar Marc Chagall heeft de imposante en bezienswaardige kathedraal achter Bonifatius in de tachtiger beroemd gemaakt met negen glas-in-loodramen. Genoeg aan devote beelden. Een paar honderd meter verder strijk ik samen met mijn mountainbikegidsen-voor-één-dag neer op een schaduwrijk terras met uitzicht over de Rijn. Aan de bikes van gidsen Christian en Lorenz valt af te leiden dat ze trail georiënteerd zijn. “Met onze bikeclub Trailsurfer zijn we vaak onderweg. We reizen door Europa naar wedstrijden en mooie fietsgebieden. Hoe meer trails hoe beter. Hier in Rheinhessen rij ik op de mountainbike en de racefiets”, ligt Christian toe. “Dwars door de wijnvelden lopen oneindig veel paden. De meeste zijn in de loop der jaren voorzien van betonplaten. Door alle barsten en verzakkingen is de mountainbike daar het meest geschikt voor. Bossen hebben we niet veel. Die zijn het slachtoffer geworden van de steeds verder uitdijende wijnvelden. De heuvels zijn stevig en soms steil. Je kunt hier heerlijk fietsen, tenminste als je niet terugdeinst voor de nodige hoogtemeters. Verwacht geen oneindig netwerk van spannende trails, want dan word je teleurgesteld. Wie houdt van panorama’s met glooiende heuvels, rustieke dorpjes en de schilderachtige Rijn kan hier helemaal los gaan.” Mainz Hoe zijn we hier eigenlijk terecht gekomen? Steeds, als we over de Duitse Autobahn naar het zuiden racen vallen de vele wijnvelden en het bord met kasteel Alzey op. Vaak bevestigen we elkaar dat we daar echt eens naar toe moeten. Dat eens is nu. De streek heet Rheinhessen en is het grootste aaneengesloten wijngebied van Duitsland. Mainz (200.000 inwoners) aan de Rijn is er de enige stad van importantie. Mede door de 30.000 studenten die er wonen is het een relaxte stad boordevol vrolijke terrassen, historische pleinen, dito gebouwen en musea die de moeite waard zijn. Bij de tropische temperaturen van vandaag doet de Rijn dienst als kuststrook. Op de kleine strandjes liggen mensen te zonnebaden of ze zwemmen ter afkoeling. In het wiel van mijn gidsen verdwijnt Mainz uit het zicht en vinden we even verkoeling in een van de weinige bossen. Daar liggen een paar aardige trails. Niks geks, gewoon wat kombochten en kleine drops. Na een half uurtje spelen is een lang onverhard gravelpad dat de rivier volgt aan de beurt. De snelheid loopt op naar dertig km per uur. Tot het eerste wijnveld. Het weggetje naar boven is zo steil dat het lijkt alsof er een anker wordt uitgegooid. Snel schakelen en op de pedalen. Op de top is de Rijn verworden tot een fraaie kromme glimmende brede sloot met her en der een dorpje op speelgoed formaat. We rijden heuvel op en heuvel af. Soms tussen velden door vol golvend koren die samen met het weelderige groen van de wijnvelden beeldbepalend zijn. Wein, Weib und Gesang Het is een heerlijke fietsdag. Dat was overigens nog niet zo vanzelfsprekend, want bij de lokale VVV was er bitter weinig informatie verkrijgbaar. Ze vertelden dat er niet zo veel te mountainbiken valt. Dat leek mij onbestaanbaar, dus vriend Google geraadpleegd. Al snel vond ik de site van fietsclub Trailsurfer. Eén mailtje was genoeg voor een uitnodiging om een dagje samen te mountainbiken. Die invitatie nam ik dankbaar aan en een afspraak was snel gemaakt. Christian en Lorenz verontschuldigen zich dat ze zo midden in de vakantieperiode maar met z’n tweeën zijn. Da’s raar, ik ben hen toch dank verschuldigd, zij mij geen excuus? Van de andere kant weer een bewijs dat de taal van de fiets universeel is, dat de mountainbike verbroedert en dat fietsen de mooiste hobby van de wereld is. Op de terugweg doorkruisen we het stadje met de niet erg gezond klinkende naam Nierstein. Daar is toevallig een parade gaande. Een fanfare gevolgd door een huifkar van een wijnboer, een sportvereniging, een wijnprinses in een cabriolet, een fanfare, weer een wijnboer en de zoveelste auto met een aantrekkelijk dame. Kortom een optocht zonder einde. Er is hartstikke veel publiek op deze folklore afgekomen. Als ik zie dat de wijnboeren kwistig de glazen vullen die de toeschouwers zelf hebben meegenomen, snap ik waarom het zo druk is. Gratis drank, mooie dames en muziek, of zoals de Duitsers zeggen, Wein, Weib und Gesang, daar is altijd een markt voor. Zen De volgende dag zijn tropische temperaturen voorspeld. 36 graden Celsius. Wat zegt u? Zes-en-dertig-graden, zeg ik! Omdat op het programma een tocht van een dikke honderd kilometer staat, besluit ik vroeg te vertrekken. Om zes uur in de ochtend rolt de garagedeur van het hotel open. Ik fiets het verlaten centrum van Mainz door. Nou niet helemaal verlaten. Een bakker die belegde broodjes verkoopt is al vol in bedrijf. Een paar overheerlijke exemplaren verdwijnen in de rugzak. Ze zijn niet duur. Da’s trouwens een voordeel van Duitsland. De porties zijn over het algemeen stevig en de prijzen aangenaam. De route heb ik van Christian gekregen en in mijn GPS geladen. De inmiddels bekende boulevard ligt er nog verlaten bij. Via een grote stalen brug steek ik de Rijn over. Feitelijk verlaat ik Rheinhessen even. Aan de hekken hangen ontelbare liefdesslotjes. Een uit Parijs overgewaaid gebruik waarin stelletjes hun eeuwige liefde bezegelen. Origineel is het dus niet, grappig wel. Tenzij je degene bent die ze allemaal moet losknippen natuurlijk. Aan de overkant ligt de stad Wiesbaden niet ver weg. Mainz en Wiesbaden mogen elkaar niet zo. Hun relatie is net zo vriendschappelijk als die tussen Amsterdam en Rotterdam. De skyline van Mainz is van hieruit het mooist. Volgens Mainzenaren het enige goede aan deze kant van de Rijn. Via de volgende brug, snel terug naar Rheinhessen dan maar. Kilometers verder kom ik weer bij het water aan. De rotsige landtong, de spiegeling van de groene heuvels in het water en het slaperige dorpje in de verte zijn te Zen om aan voorbij te rijden. Een prima plek om mijn ontbijt te nuttigen. Zo’n plek waar een toch al heerlijk broodje nog veel lekkerder smaakt. |