Informatie
BELANGRIJKE ADRESSEN • Ski Bromont, 150 Rue Champlain, Bromont. Tel: (001)450534200. Internet: www.skibromont.com • Eastern Townships Tourism Association. Tel: (001)8198202020. Internet: easterntownships.org. • Quebec City and Area Tourism, 835 Avenue Wilfrid-Laurier, Quebec. Tel: (001)4186492608, fax: (001) 4185220830. E-mail: [email protected] internet: www.quebecregion.com • Montreal. Tourisme Montreal, 1255, Rue Peel, Bureau 100, Montreal, Canada. Tel (001)5148732015, internet: www.tourisme-montreal.org • Mont Sainte Anne 2000 Boulevard Beau-Pré, Beaupré (Quebec) Tel: (001)4188274561. Internet: www.mont-sainte-anne.com en www.tremblant.com • Voor de wedstrijdrijders: www.mondialduvelo.com • Interessante websites: www.quebec4u.co.uk www.velo.qc.ca www.veloaventure.com [email protected]. • Weer: www.weather.ec.gc.ca www.weathernetwork.com BIKEROUTES • Bromont. 12 Downhill parcoursen en 100 km crosscountry uitgepijlde rou- tes. Het hoogteverschil bedraagt ‘slechts’ 350 meter, maar voelt als veel meer. Dat hier al vier keer wedstrijden zijn gehouden voor de Mountainbike wereldkampioenschappen zegt genoeg. www.skibromont.com • Quebec. Bij de VVV is de kaart: Parcours Cyclables te koop met daarop een keur aan aantrekkelijke fietsroutes door de stad en de wijde omgeving. Quebec-stad heeft 350 km fietspaden. De provincie heeft 6700 km fietspaden. • Mont Sainte Anne. 150 Km crosscountry routes die onderling zijn te verbinden. Voor het gebruik van de mountainbikeroutes moet worden betaald. Daar wordt alleen in het weekend op gecontroleerd. Veertien downhill routes vanaf de 875 m hoge berg Tremblant. Van relatief eenvoudig tot uitermate extreem. Veel gebouwde jumps en andere hindernissen. Er zijn speciale downhill bikes te huur. • Montreal. Uitstekende kaart met fietsroutes langs alle aantrekkelijke bezienswaardigheden in en rond Montreal. Te koop bij de VVV. www.poledesrapides.com • Op website www.velo.qc.ca/english/home.lasso en www.routeverte.com/ang zijn veel tochten te downloaden door de hele provincie Quebec. WEER/BESTE TIJD Vanaf eind mei tot begin oktober zijn de weersomstandigheden over het algemeen geschikt om te gaan mountainbiken. OVERNACHTINGEN Informatie bij de VVV’s. Wij verbleven in: • Bromont: Auberge Le Madrigal in Bromont, 46 Bromont Boulevard. Tel: (001)4505343588. Internet: www.lemadrigal.ca • Quebec: Hotel Manoir Victoria, 44, côte du Palais, Quebec. tel: (001)4186921030. Internet: www.manoir-victoria.com • Mont Sainte Anne: Chateau Mont Sainte Anne, 500, Boulevard du Beau-Pré, Beaupré (Quebec). tel: (001)4188275211. Internet: www.chateaumontsainteanne.com • Montreal : Auberge de LaFontaine, 1301, rue Rachel Est, Montreal. Tel: (001)5145970166. Internet: www.aubergedelafontaine.com ETEN EN DRINKEN In steden zijn veel restaurants, cafés en pizzeria’s. Berghutten zijn vrijwel onbekend. Tijdens tochten wat te eten en drinken meenemen is aan te raden. |
Canada Oost
Tekst en foto’s: Ronald en Ingrid Jacobs
Canada is een land van superlatieven. Te groot om afstanden te bevatten, Te relaxt voor Europese stresskippen zoals wij, de wouden Te weelderig met hun ongekende kleurenpracht en de heldere lucht is Te schoon voor onze bevuilde longen. Kortom allemaal ellende. Rest ons één vraag: “Wanneer mogen we alsjeblieft weer terug?” TOWNSHIP Om een beeld te scheppen van de enorme afmetingen: Canada is net zo groot als heel Europa, de in het zuidoosten gelegen Canadese provincie Quebec is drie keer zo groot als Frankrijk. De bevolkingsdichtheid daarentegen is ongekend laag. 4,7 Inwoner per km2. België telt er 338! Bromont, een klein stadje in de Eastern Townships, is de eerste bestemming op onze mountainbike-ontdekkingsreis door Quebec. Associaties met de negatieve klank die een ‘township’ heeft in landen als Zuid-Afrika, kun je meteen weer vergeten. De naam staat voor wat het is; een verzameling stadjes, dorpjes en gehuchten in het oosten van de provincie. Alles lijkt bekend, maar is bij nadere beschouwing toch anders. Het golvende landschap met hier en daar een uitschieter in de hoogte, de weilanden, de bossen, de auto’s de mensen, het zijn allemaal beelden die associaties met West-Europa oproepen. Met één grote maar….. Alles is een paar dimensies groter dan thuis. De wegen zijn breder, de auto’s groter, de weilanden enorm en de bossen onmetelijk. Zelfs de herfst is overweldigender. De kleurenpracht van de bomen in de maand september, doet je mond openvallen. Het natuurlijke kleurenpalet van rode, paarse, gele en groene bladeren in alle denkbare variaties heeft een overweldigende kracht. ‘Indian Summer’ noemen ze dat hier. Onze bikes liggen bijna verloren in een hoekje van onze grijze MPV. Wat een enorme bak! In de Nederlandse en Belgische steden weet je echt niet waar je zo’n auto moet parkeren. Hier is dat geen probleem. En met een benzineprijs van minder dan € 0,60, maakt niemand zich echt druk over het benzineverbruik. MOUNT BROMONT Het provinciestadje Bromont ligt 85 km ten oosten van Montreal en heeft één grote attractie: Mount Bromont. Deze skiberg is voor de zomermaanden omgevormd tot een mountainbikeberg. Er zijn uitgepijlde crosscountry paden en downhillparcoursen. Eén van de downhill tracks is al eens gebruikt voor een WK. Hoewel alles ‘big’ is in Canada, valt dat met de hoogte van deze berg nogal mee. De top ligt op ‘slechts’ 554 meter. De skiliften werken alleen in het weekend. Het perfecte excuus om de downhillmogelijkheden over te slaan. De eenvoudigste route is namelijk al een zwarte en dat betekent in dit land: super extreem. Door het gebrek aan beschermende kleding, breek ik mijn nek liever een andere keer. EGO Het zes uur tijdsverschil met thuis zorgt voor een jetlag van Bromont naar Tokyo. Wat slap in de benen melden we ons stipt om negen uur bij de voet van de berg. Alle crosscountry routes zijn perfect uitgepijld en onderling te combineren. Marco Bernard, onze gids (toevallig weer een gids die Marco heet!), kent letterlijk iedere steen op de tracks. Marco is de man die de routes eigenhandig heeft uitgehakt. Nou ja eigenhandig, met een rotsbrekende machine natuurlijk. Voor ons als ‘zand- en bosdeskundigen’ zijn de soms steile stukjes over rotspunten en losse stenen lastig genoeg om de klim naar de top uitdagend te maken. Meter voor meter en hoogtemeter voor hoogtemeter werken we ons omhoog. Heel af en toe even een voetje aan de grond of even van de fiets. Het is constant opletten geblazen en dat kost energie. Bij Marco lijkt het allemaal vanzelf te gaan. Lijkt, want door een wegrollende steen bekijkt Marco zijn werk van wel heel dichtbij. Met een sierlijke zwaai landt hij op de track, de bike nog aan zijn voeten. ‘Gelukkig’ had ik mijn camera net in de aanslag, dus het resultaat staat op de gevoelige plaat. Met een klein deukje in zijn ego biken we verder. Behalve stenen en boomwortels zien we ook het nodige wildlife. Herten, een paar vossen en heel veel grote rondstappende vogels. “Niets bijzonders”, merkt Marco nuchter op. In dit gebied komen verder ook een paar berenfamilies voor, maar deze worden zelden gespot. SIROOP Op de top staat het bovenste station van de skilift. Vanaf hier is de eigenaardigheid van het landschap goed te zien. Overwegend vlak, met her en der als een uit de kluiten gewassen jeugdpuist, een fikse bult. De afdaling is een ultiem feest. Technisch maar rijdbaar. Lekker sturen over de rotsbodem van de smalle tracks. Kicken! Een enduro- of freeridebike brengt hier zijn geld dubbel en dwars op. Onze crosscountry exemplaren bereiken hier hun limiet. Door de bossen lopen zwarte kunstof slangen langs de bomen de berg af. Marco geeft uitleg: “Hier staan de mapleleaf bomen. Je weet wel, esdoorns waarvan het blad het logo vormt van Canada. In het voorjaar druppelt er suikerrijk sap uit de inkeping, die in de bomen is gemaakt. Het sap vloeit in de zwarte slangen en deze slangen volgen een weg naar beneden de berg af. Daar wordt het opgevangen in grote tonnen, waarna gekookt en verwerkt wordt tot maple-siroop. Dat goedje is de basis voor heel wat zoete en pittige sauzen en andere gerechten. Tachtig procent van de wereldproductie maple siroop wordt hier in de provincie Quebec gewonnen.” CHOCOLADE MUSEUM Na een paar uur spelen op de berg biken we terug naar ons elf kamers tellend knusse auberge. Een typisch Canadees houten huis met veranda zoals er zoveel in deze streek staan. Onderweg nuttigen we een late lunch op het terras van het ‘Chocolade museum’, een klein restaurant, tevens chocolade museum, in het midden van downtown Bromont. We nemen de proef op de som en verorberen een salade met maple-dressing. Lekker! Zo lekker zelfs dat er een paar blikjes mee naar huis vliegen. Bromont is relaxed. Brede lanen, met grote bomen, de huizen mijlen ver uit elkaar en mensen die alle tijd van de wereld lijken te hebben. Waar moet je tenslotte ook heen als je één van de 3.500 citizens van Bromont bent. WILDLIFE Dwars door de Eastern Townships zijn acht fietsroutes uitgezet. Keurig uitgepijld met verschillende thema’s. De routes variëren van 20 km tot 156 km. Wij kiezen voor de 66 kilometer (650 hoogtemeters) lange emphrémagog-route dwars door het glooiende landschap, langs meren, door bossen en door een paar aantrekkelijke dorpjes. De wegverharding is divers, zoevend asfalt, zand- en gravelpaden wisselen elkaar af. Technisch moeilijk is de route nergens. Landschappelijk zeer aantrekkelijk! De herfstpracht is ongekend. De geurende bossen zijn op hun mooist. Een paar herten trekken zich van ons niets aan en knabbelen lekker aan een sappige struik. Snel uitwijken. Bijna een kleine slang geplet met onze brede noppenbanden. Midden op het pad is het geen goede plek om te bivakkeren tenzij je ècht een grote slang wilt worden. En tijdens een sanitaire stop staan we oog in oog met een echte woody woodpecker. Hij tikt er, geheel ongestoord, flink op los. De sfeer in de dorpjes, waar we doorheen crossen, is relaxed. We installeren ons op een terras en bestuderen het dorpsleven. De aangename temperatuur en het dito zonnetje maken het moeilijk om weer op de bike te stappen. QUEBEC Na een paar dagen, verkassen we naar de noordelijker gelegen stad Quebec (ca. 600.000 inwoners). ‘Slechts’ 250 kilometer. Wij willen veel van Canada zien en rijden heel wat meer autokilometers over kleine binnenwegen. Onderweg verandert het landschap. Eerst veel bossen, dan mega grote akkers en weilanden afgewisseld door ontelbare dorpjes. In een lokaal dorpscafé lassen we een pauze in. Het is vrijdagmiddag en de locals verzamelen er zich om hun weekgeld te verdrinken. Van top tot teen worden we bekeken, vreemde snuiters uit een vreemd land. Ja, het valt niet altijd mee om een allochtoon te zijn! Quebec is een beetje een mix tussen Parijs en San Francisco. Frans is hier de voertaal, net als in de rest van de provincie. Maar, met Engels kun je ook zonder al te veel problemen terecht. De straten in het historische deel zijn smal en soms steil. Een bewogen historie heeft zijn sporen achtergelaten. Kunst is alom aanwezig, op straat en in de musea. Toeristisch is het allemaal wel. De fiets is in deze stad hét ideale vervoermiddel wil je meer zien dan alleen het oude centrum. Bij de VVV is een fietsroutekaart verkrijgbaar met een keur aan interessante routes en bezienswaardigheden tot in de verre omgeving. MONTE SANTE ANNE Het is tijd om naar de volgende berg te trekken. Een kilometer of vijftig verder naar het noorden ligt Monte Sante Anne. Net als Bromont een skiberg (de 875 meter hoge Tremblant), maar grootschaliger. Een enorm hotel, heel wat appartementen en een paar forse campings geven even het gevoel van massatoerisme. In de winter misschien, maar nu is daarvan geen sprake. Er zijn 150 km trails uitgepijld. En hoe! Verkeerd rijden is zelfs voor een blinde zonder geleidehond onmogelijk. Bij iedere kruising staat een bordje. Om ieder misverstand te voorkomen staan er ook ontelbare bordjes waarop staat dat je negen Canadese dollars (ruim € 6,-) moet dokken om hier een dagje te biken. Als rasechte Nederlanders willen we natuurlijk zo optimaal mogelijk van deze mega uitgave profiteren. We koppelen drie routes aan elkaar om aan een totaal van zo’n vijftig kilometer te komen. De trails golven op en neer door dichte bossen. Venijnig zijn de klimmen zeker. Steil en met her en der een uitstekende rotsblok of los zand. Tot duizelingwekkende hoogtes komen we nergens. Het hoogste punt van de route bereiken we op minder dan 500 meter. Met het vertrekpunt op 230 meter is dat niet echt spectaculair. De afdalingen zijn fun. Lekker naar beneden stuiteren en heel wat draaien en keren. Technisch is het allemaal te doen, al ziet het er vaak moeilijker uit. De charme van de tocht zit ´m in de losgebarsten ‘Indian Summer’. Het ongelooflijke palet herfstkleuren dat de bossen tooit, is fabuleus. Zoietshebben wij nog nooit eerder gezien. WORLD CUP Niet al te laat komen we terug aan de voet van de berg. Daar, achter ons hotel is een freeridedag nog in volle gang. Freeride is uitgevonden en dat is te zien ook. Mont Sainte Anne wil zich ontwikkelen tot het Whistler – dè bedevaartplaats voor freeriders - van Quebec. Alles wordt uit de kast gehaald. Spectaculaire downhills, gebouwde hindernissen en heel veel jumps. Wie hier alleen jonge dear devils verwacht heeft het goed mis. Jong en oud gaat in beschermende kleding gestoken met een gondel de berg op. En eerlijk is eerlijk, kijken naar freeriden is net zo iets als kijken naar lekker eten; je krijgt er honger van. Ervaring hebben ze hier genoeg. Vanaf 1991 heeft de UCI Mountain Bike World Cup Sainte Anne aangedaan. Vanaf 2003 is er een tiendaags mountainbikeprogramma rondom de wedstrijden gemaakt. Downhill, freeride, 4-cross en heel veel andere programma’s. De lift gaat dagelijks naar het hoogste punt. Veertien verschillende manieren brengen de bikers weer terug naar het dal. Tijdens een moment van onbezonnen moed besluit ik de afdaling over de enige blauwe route (4,8 km) te wagen. In een minuut of tien sta ik boven. Even genieten van het uitzicht over de imposante St. Lawrence rivier. Dan laat ik me naar beneden vallen. “Te doen”, denk ik de eerste paar honderd meter. De ingebouwde springschansjes omzeil ik behendig. Dan een extra lusje het bos in. “Help!” Enorme wortels, daartussen diepe gaten, drops, scherpe draaien, verraderlijke rotsblokken en daartussen ik met mijn zielige crosscountry bike. Regelmatig even van de fiets en voorzichtig verder. De rode en zwarte routes laat ik voor wat ze zijn. De conclusie is duidelijk: vooral bike en ook diens berijder zijn hier niet geschikt voor. MONTREAL Als afsluiting van onze reis bezoeken we Montreal. Een stad met allure. Wolkenkrabbers, groene parken, mooie oude wijken met romantische huizen en heuse fietspaden dwars door de stad. Tot begin oktober is het er vaak mooi weer. Dat komt omdat Montreal op dezelfde breedtegraad ligt als Venetië. De bike is ook hier hét ideale middel om de stad te verkennen. Volg de fietsroutes en je komt bij alle interessante bezienswaardigheden. Zelfs in het drukke centrum houdt men rekening met fietsers. Midden in de chaos van ‘rush hour’ voelden we ons veiliger dan thuis op het fietspad. Een systeem van ondergrondse verbindingen zorgt voor de connectie tussen winkels, bioscopen, metrostations en musea. CONCLUSIE Er zijn spectaculairdere mountainbikegebieden. Relaxter zijn er geen. De nazomer en herfst zijn een toeristisch hoogseizoen. Tijden deze periode, de Indian Summer, is het weeroverhetalgemeenaangenaam.Denatuuris zo overweldigend dat we hoge bergen niet hebben gemist. Er zijn veel fietsroutes uitgezet die de streek doorkruisen. De mountainbike is daarvoor het ideale vervoermiddel, omdat er heel veel onverharde stukken in zitten. Rondom de skibergen zijn mountainbikeroutes uitgezet. Meestal moet er voor het gebruik van die routes worden betaald. Zelf routes uitzetten is lastig. De onverharde wegen die door de onmetelijke bossen lopen zijn meteen de verbindingswegen tussen gehuchten en boerderijen. Verkeer is er amper, maar de afstanden zijn immens. Heel geschikt en leuk voor een ‘trekvakantie’ met de bike. Voor freeriders is er veel te beleven. Er zijn heel wat skibergen met downhill mogelijkheden zoals die bij Bromont en Monte Sante Anne. Duizelingwekkende hoogtes komen we nergens. Het hoogste punt van de route bereiken we op minder dan 500 meter. Met het vertrekpunt op 230 meter is dat niet echt spectaculair. De afdalingen zijn fun. Lekker naar beneden stuiteren en heel wat draaien en keren. Technisch is het allemaal te doen, al ziet het er vaak moeilijker uit. De charme van de tocht zit ´m in de losgebarsten ‘Indian Summer’. Het ongelooflijke palet herfstkleuren dat de bossen tooit, is fabuleus. Zoiets hebben wij nog nooit eerder gezien. |