INFORMATIE BESTEMMING · Oberammergau Tourismus, Eugen-Papst.Straße 91, 82487 Oberammergau, Duitsland. Tel: 0049-(0)8822-92310, fax: 0049-(0)8822-923190, e-mail: [email protected] internet: www.oberammergau.de en www.ammergauer-alpen.de · Informatie over Ammergauer Alpen: Ammergauer Alpen GmbH, Rottenbucher Strasse 9a, 82497 Unterammergau, Duitsland. Tel. (0049)8822922744, e-mail: [email protected] internet: www.ammergauer-alpen.de · Routekaart: voor € 4,95 is de geplastificeerde routekaart: Radwanderkarte Bayrische Seen (schaal 1:100,000) te koop in Oberammergau. Deze kaart voldoet prima. |
OBERAMMERGAU met de racefietsKRASSE KNARREN IN OBERAMMRGAU
Tekst en foto’s: Ronald en Ingrid Jacobs Elf leden van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost verruilden ‘de pet die iedereen past’ voor een racefietshelm. Met als uitvalsbasis het Duitse stadje Oberammergau, scheurden ze op hun racefietsen door het Beierse landschap. Het bleek een ideale fietsomgeving aan de voet van de Alpenreuzen. Twee jaar geleden namen twee leden van de fietsclub van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost deel aan de Jeantex Transalp, een zevendaagse wedstrijd voor racefietsers dwars door de Alpen. Het evenement ging van start in het Zuid Duitse Oberammergau. Een blik in de omgeving maakte meteen duidelijk dat de fietsmogelijkheden hier onbegrensd zijn. In het noorden een lieflijk glooiend landschap vol bossen, weiden en velden, in het zuiden de ruige Alpenreuzen. Het was niet moeilijk om de rest van de club te overtuigen hier de traditionele jaarlijkse ‘meerdaagse’ te organiseren. We schrijven de eerste week van september als vier auto’s en een speciale aanhangwagen vol racefietsen de noodzakelijke 750 kilometer afleggen. Oberammergau ligt zo’n 75 km ten zuiden van München in de Ammergauer Alpen. De Oostenrijkse grens is vlakbij. Met trots draagt het op 837 meter hoogte gelegen Oberammergau (5.500 inwoners) de titel ‘Höhenluftkurort’. Natuur en cultuur gaan in dit gebied hand in hand. Dat komt door Koning Ludwig II van Beieren. Deze 160 jaar geleden geboren romanticus in hart en nieren heeft een onuitwisbare stempel op het gebied gedrukt. STRAKKE KETTING Leuk en interessant allemaal, maar we zijn hier toch echt om te fietsen. Na een comateuze slaap in ons eenvoudig, maar keurig hotel, is het tijd voor de eerste tocht. We krijgen de omstandigheden die we verdienen; frisse berglucht en een september-zon die straalt alsof het hoogzomer is. Als ik voor vertrek de tien andere gretige kopjes zie, valt me eigenlijk voor het eerst op dat we een ‘krasse knarren club’ zijn. Twee van de leden hebben de actieve politiedienst al verlaten in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De enige vrouwelijke fietsster van het stel, is de benjamin van de groep. En dat met een leeftijd die, over een jaartje of drie, de Sara status bereikt. Toch voelen we ons iedere zaterdag nog jonge goden. Dan snellen we als groep met strakke kettingen over de Brabantse wegen. Ik ben benieuwd of dat hier ook lukt? AMBTENAREN Met hulp van de plaatselijke VVV hebben we op de geplastificeerde fietsroutekaart in de omgeving een paar routes uitgezet. Als start rijden we naar de Plansee. Dat betekent eerst 22 kilometer vals plat omhoog. Geen enkel probleem. Het tempo zit er lekker in. Gelijk met de Oostenrijkse grens begint de afdaling over zoevend asfalt. Als uit het niets doemt de reusachtige Plansee op. Het meer is oogstrelend gelegen tussen de bergen. De zon kleurt het water diep kobalt blauw. Zó blauw, zoals je dat op ansichtkaarten ziet. Kilometers lang scheuren we in slagorde over de bochtige weg langs het meer. Daarna vallen we het stadje Reutte binnen. De afstand op de teller geeft iets meer dan veertig kilometer aan. Op een gezellig terras is het tijd voor de noodzakelijk cafeïnestoot. We zijn tenslotte ambtenaren. Als de terrasstoel weer is verruild voor het racefietszadel staat de Kniepass op het programma. Het is een soort verlengde Cauberg die de groep uit elkaar slaat. Even maar, want in deze groep rijden we elkaar niet kapot. Het moet tenslotte wel leuk blijven, is ons motto. NEUSCHWANDSTEIN Via allerlei kleine weggetjes schampen we de stad Füssen, stoppen even bij de Lech-waterval en rijden dan naar het hoog boven de Pöllatschlucht gelegen slot Neuschwandstein. Deze toeristische magneet is als het ware weggerukt uit een sprookjesboek. Het is één van de vele tastbare herinneringen aan Koning Ludwig II. Ludwig had grote dromen. Hier, in zijn lievelingsstreek, de Ammergauer Alpen, heeft hij die dromen omgezet in daden. Het door hem zelf ontworpen kasteel vormt een overduidelijk bewijs. Na de nodige bewonderende blikken fietsen we door naar de Forggensee. Onophoudelijk slingerende en op en neer gaande weggetjes bepalen de route, niet meer dan één auto breed. Het landschap wordt gedomineerd door frisgroene alpenweides, dan weer wat bosschages, gehuchten van een paar boerderijen en her en der een verdwaald kappelletje. Het enige verkeer dat we op deze wegen tegenkomen is familie van Frans Bauer op hun tractoren. BARBAREN Na bijna honderd kilometer bereiken we de Wieskirche. Een imposante witte kerk gelegen tussen niets en nergens. Het interieur van deze bedevaartsplaats is indrukwekkend en door kunstkenners geprezen. Ons groepje cultuurbarbaren heeft andere plannen en die spelen zich een dikke 25 kilometer verderop af op een terras in Oberammergau. Als we daar na 850 hoogtemeters zijn gearriveerd, zijn onze fietsen moe. De meeste collega’s verlustigen zich aan het lokale witte bier. Zelf houd ik het bij een dampende cappuccino. Alle gebouwen om ons heen zijn voorzien van muurschilderingen. Oberammergau is het episch centrum van de zogenoemde ‘Lüftmalerei’, een speciale vorm om muren te beschilderen in de nog natte stuclaag. Het absolute hoogtepunt van deze kunst is het Pilatushuis, midden in het centrum gelegen. Dit meesterwerk is van de hand van Franz Seraph Zwink. HOUTSNIJWERK Opvallend is het grote aantal winkels vol houtsnijwerk. Niet vreemd, want de stad heeft een 500-jarige historie op dat gebied. Houtsnijwerk is te koop in alle soorten en maten. Van klein speelgoed tot levensgrote religieuze beelden. Het is verbazingwekkend hoe de kunstenaars een groot stuk hout transformeren tot beelden met een ongekende detaillering. Mijn ‘cup of tea’ is het niet, maar knap is het wel. TIMMELSJOCH Vandaag reden we tussen een paar forse bergen door. Ook aan de horizon stonden een paar uitnodigende exemplaren. De zin om eens de smaak van een ‘echte berg’ te proeven, neemt in de groep toe. Er wordt daarom een plan gesmeed voor de volgende dag. Een kleine twee auto-uren verder naar het zuiden ligt een berg van formaat: de Timmelsjoch. Wie de Ötztaler Radmarathon al eens heeft gefietst weet dat die berg omhoog rijden pijn doet. 29 kilometer, 1820 hoogtemeters en drie kilometer stijging van 13%. We besluiten het nog een klein beetje erger te maken. Niet omdat we dat zo graag willen, maar omdat we zo zuinig zijn. De Timmelsjoch is namelijk een tolweg. Op de Oostenrijkse top ligt de grens met Italië. Het tolpoortje (2170 m) staat aan de Oostenrijkse kant op ongeveer 450 hoogtemeters onder de top. Fietsers hoeven geen tol te betalen. De auto’s vinden een plekje op een parkeerplaats net voor de plaats waar de portemonnee getrokken moet worden. TANDJES De volgende ochtend is de rit vanaf Oberammergau naar de startplaats landschappelijk gezien een feest. Als we er zijn, gaan de racefietsen van de aanhangwagen. Bij sommigen duurt het allemaal even wat langer dan gewoonlijk. De magnifieke omgeving slokt alle aandacht op. De sneeuwbedekte kronen van de omliggende bergen onderstrepen dat we in het hart van het hooggebergte zijn. Een enkeling kijkt nog eens naar zijn verzet. Zonder dat er gesproken wordt, zeggen de blikken genoeg. Kom ik hier wel mee boven? Andere kijken tevreden naar hun drie kettingbladen aan de voorzijde. “Wat voor tandjes heb jij?” hoor ik een van de mannen vragen aan onze vrouwelijke deelnemer. Ze kijkt met een blik alsof ze er verstand van heeft naar haar fiets en spreekt de legendarische woorden: “Ik heb hele mooie, maar volgens mij wel te weinig….”. SNELLE HAP Met een grijns van oor tot oor rijdt de groep door het tolpoortje. Vrijwel meteen volgt een redelijk steile afdaling van dik honderd hoogtemeters. Dan start de klim naar de 2509 meter hoge top. In het kale maanlandschap lijkt de brede asfaltweg niet meer dan een minuscuul streepje. De zon schijnt heftig maar de ijle berglucht werkt verkoelend. Een enkeling zet de aanval met een groot verzet in. Even maar. Dan een volgt een symfonie van het geratel van naar links schuivende kettingen. Iedereen zoekt zijn eigen tempo. De groep valt uiteen. Zelf heb ik een goede reden om zo af en toe even van de fiets te gaan. Als fotograaf moet ik tenslotte het lijden van mijn teamgenoten in bevroren beelden vastleggen. Langzaam maar zeker kruipt iedereen van haarspeldbocht naar haarspeldbocht en bereikt de top. Windjackjes aan. Dan het feest van een vrije val van een kleine dertig kilometer (1820 hoogtemeters) naar het in de bodem van het dal gelegen dorp St. Leonhard (S.Leonardo). Daar zitten de terrassen vol met dagjesmensen. De geplande Italiaanse lunch duurt veel langer dan voorzien. Pas rond een uur of twee ’s middags kunnen de eersten de strijd met de berg aangaan door de Timmelsjoch weer op te fietsen. Het is inmiddels bloedheet en windstil. Mijn computer geeft veertig graden Celsius aan. We spreken af dat iedereen in zijn eigen tempo naar boven rijdt. BEZEMWAGEN De groep maakt gebruik van een bezemwagen. Daarin zitten Ine-Marie en haar man Fons. Ine-Marie is ook lid van de club. Helaas kan ze niet meefietsen, want ze is revaliderend na een zeer zwaar verkeersongeval. Eigenlijk gaat iedereen ervan uit dat de bezemwagen leeg blijft. Geheel ten onrechte! De hitte blijkt moordend. Daar komt nog bij dat de eerste tien kilometer van de klim fysiek en mentaal de zwaarste zijn. Fysiek omdat hier een drie kilometer lange stijging in zit van 13%. Mentaal omdat de top nog lang niet in beeld is. Je hebt werkelijk geen benul van waar je heen gaat en hoe lang het nog duurt. Onverwacht stappen er in dit stuk drie clubleden af. De bezemwagen brengt ze naar de top. VERGETEN De overigen bikkelen door. Een paar sterken op volle kracht. De eerste is binnen twee en een half uur boven. Anderen gebruiken de souplesse die een triple mogelijk maakt. In de stand naaimachine strijden ze tegen de zwaartekracht. Dan komt een niet al te steil tussenstuk van een paar kilometer. Als slagroom op de taart volgt een onwaarschijnlijk stuk met recht boven elkaar gebouwde haarspeldbochten. Twijfel betekent hier de nekslag. Een blik omhoog vermoordt alle moraal. Opnieuw afstappers. De slachtpartij is compleet. Van de elf krasse knarren komen er slechts vijf trappend boven, waaronder de dame die dacht te weinig tandjes te hebben. De rest krijgt een lift en vindt troost in de bezemwagen. Net voor de top moeten we nog door een inktzwarte tunnel. Terug bij de grens dalen we af terug naar de startplek achter de tol. Dachten we…. Shit! We zijn de eerste afdaling van de dag vergeten. De toen dikke honderd hoogtemeters afdalen voelen nu als drie keer zo hoog. Ze doen als klim extreem pijn. Na een dikke zeventig kilometer en ruim 2200 hoogtemeters vinden onze fietsen rust op de aanhangwagen. MEMORABEL Als we terug zijn in Oberammergau is de zon al lang onder. De sfeer tijdens het eten is opperbest. De verhalen over ‘waar het mis ging’ en ‘hoe het nipt lukte’ vullen elkaar prachtig aan. Niemand had deze dag willen missen. Het natuurschoon, de voor sommigen eerste kennismaking met het hooggebergte en eeuwige sneeuw, de persoonlijke inzet, het verkennen van grenzen en de gezelligheid, maakten het tot een memorabele dag. Ook het respect voor wat beroepsrenners in een Tour de France moeten doorstaan, is stevig toegenomen. AANRADER De volgende twee dagen staan er ritten door het glooiende landschap op het programma. Die lijken in de meest positieve zin op de tocht van de eerste dag. Opnieuw heerlijke kleine weggetjes, mooie meren, prachtige uitzichten, gezellige terrassen en heel veel lol. Wat de fietsclub van politie Brabant Zuid-Oost betreft is Oberammergau als standplaats een super dikke vette aanrader. |