INFORMATIE BESTEMMING Botswana ligt in Afrika ingeklemd tussen Zuid-Afrika, Zambia, Zimbabwe en Namibië. Met trots draagt het de bijnaam ‘Land of the Giants’. Het klimaat is droog en warm. De afmeting van Botswana is enorm: 1100 km van noord naar zuid en 960 van oost naar west. Botswana telt slechts 1,6 miljoen inwoners, heeft uitgestrekte vlaktes, rotsformaties en mega grote natuurreservaten. Ongekend zijn de aantallen olifanten, zebra’s, giraffen en ander wild. Een interessante stad is er niet te vinden, daarvoor moet je naar Zuid-Afrika. Een goedkope bestemming is Botswana niet. Dat heeft twee oorzaken. Veel producten komen helemaal vanuit Zuid-Afrika, en het land wil geen toeristische massa bestemming worden. Ze zijn er zuinig op hun natuur. Mashatu Game Reserve (30.000 ha.) ligt in het Nothern Tuli Game Reserve in het uiterste oosten van Botswana. Het is een gebied zonder hekken. Het wild zwerft er vrij rond. Het kan dus zijn dat er deze week vijfhonderd olifanten zijn en volgende week maar twee. De ‘main camp’ bestaat uit veertien luxe aircokamers, zwembad, bar, lounge, terras en restaurant. Er is ook een ‘tentenkamp’ met zeven luxe tenten. Compleet voorzien van ligbad, veranda en luxe bed. Een zwembad, lounge, bar en restaurant ontbreken ook hier niet. Mashatu ligt ver van de bewoonde wereld. Er is een vijftig kilometer lange leiding aangelegd om het kamp te voorzien van vers water. Belangrijke adressen Mashatu Game Reserve: www.mashatu.com en www.mashatu.tv Cycle Mashatu: e-mail : [email protected] (informatie) en [email protected] (reserveringen) internet : www.cyclemashatu.co.za Kom je met een groepje (max. acht personen) dan is het mogelijk je eigen programma samen te stellen. Overigens organiseert Cycle Mashatu ook mountainbiketochten door Zuid-Afrika. Weer/beste tijd: Tijdens onze wintertijd (het is dan zomer in Botswana) is het erg warm. Maart tot en met september is de allerbeste tijd. De bike Mountainbikes worden door Mashatu Cycle ter beschikking gesteld, maar je eigen fiets meenemen kan ook. Wat is er nog meer te doen · Wandel safari Behalve fietsen zijn wij er nog een dag te voet op uitgetrokken met gids Paul Grobler. Een fantastische ervaring. Het gevoel dat de bosjesmannen hebben, gaat in je systeem zitten. Waar zit het wild dat ik wil eten? Waar zitten de roofdieren die mij willen eten? Op twintig meter afstand staat een kudde olifanten bewegingsloos tussen de struiken. Paul ziet ze, wij pas na tien minuten kijken. En de olifanten? Die hadden ons al vanaf kilometers afstand geroken. Met een grote boog om een groep leeuwen en veel leren over planten en dieren. · Olifanten safari In Mashatu Game Reserve werkt Jeanette Selier. Zij doet onderzoek naar het gedrag van olifanten. Een dagje met haar op stap is een openbaring. Wat zijn olifanten toch bijzondere dieren. Nooit geweten dat een olifant zo’n 60 km per dag loopt,16 uur per dag eet en staande een dutje doet van een paar uur. Met eigen ogen konden we zien dat er onder olifanten ook ongetrouwde tantes voorkomen en dat mannetjes in de pubertijd vernielzuchtig zijn. Bomen werden zonder enig nut omgeduwd. De oervorm van zinloos geweld? · Safari te paard Wie een fietszadel niet prettig vindt, kan ook nog kiezen voor een safari te paard. |
BOTSWANAbikers in the bush
Tekst en foto’s: Ronald en Ingrid Jacobs Een avontuur voor het leven. Een safari per mountainbike door het ‘Mashatu Game Reserve’ in Botswana. Biken tussen leeuwen, olifanten, zebra’s en giraffen. ‘Wilderness experience’ heet deze ultieme combinatie van avontuur en natuur. De mountainbike als middel om één te zijn met de Afrikaanse wildernis. Midden tussen het ‘wildlife’ staan alle zintuigen op scherp. Je voelt je gelijktijdig jager en gejaagde. Deelnemen aan de achtdaagse mountainbike race Cape Epic in Zuid-Afrika (zie # 97) combineren met een weekje safari in Botswana leek ons een prima idee. Rondhobbelen in een open terreinwagen spreekt ons minder aan. Zoekend naar een alternatief komen we terecht in het Mashatu Game Reserve in Botswana. Safari’s te voet en per mountainbike zijn daar mogelijk. Goedkoop is het allemaal niet, maar je leeft maar één keer. De reis naar het Mashatu Game Reserve is een belevenis op zich. Per vliegtuig naar de Zuid-Afrikaanse hoofdstad Johannesburg, of Josie zoals de inwoners hun stad liefkozend noemen. Daarna nog ruim vijf uur autorijden naar de douanepost Pont Drift dat de grens vormt met Botswana. Tijdens deze autorit verandert de wereld. Weg heuvels, weg mensen, hallo oneindige vlaktes en verlatenheid. De kaarsrechte weg deelt het land als een spiegel in tweeën. Naar links of rechts kijken maakt niet uit, de wereld is identiek. PONT DRIFT Op de kaart een heuse plaats aan een doorlopende weg. In werkelijkheid een cultuurschok. Pont Drift bestaat uit twee douaneposten. Daartussen een kabelbaan over de Limpopo rivier. Beschaving zoals wij die kennen houdt hier op. Auto’s blijven achter op een parkeerterrein. De grens gaat om 08.00 uur open en om 16.00 uur weer dicht. En dan bedoelen we ook echt dicht. Een groot hek met een hangslot vormt de fysieke barrière tussen Zuid-Afrika en Botswana. De uitstekende asfaltweg is veranderd in een alleen voor dikke 4x4 auto’s begaanbare trail. Als er water door de grensrivier de Limpopo stroomt, is de kabelbaan het enige transportmiddel voor mensen en goederen. Alle douaneformaliteiten zijn binnen een paar minuten geregeld. Er is hier geen sprake van de beruchte Afrikaanse ambtenarij. Vriendelijkheid troef. Een stempel in mijn paspoort en een gemeend “welcome” en ik ben legaal binnen. IN THE BUSH Een vriendelijke chauffeur van het Mashatu park rijdt ons in een terreinwagen naar het ‘main camp’. Dat betekent drie kwartier schudden. Giraffen, zebra’s, impala’s, gnoes vormen het welkomstcomité. De legendarische woorden van dokter ‘Bones’ uit de onnavolgbare serie Star Trek schieten door mijn gedachten: “It is life Jim, but not as we know it”. Het ‘Mashatu camp’ is als een ommuurde ‘oase’ in de wildernis. Strak gazon. Schilderachtige kleine gebouwen, terrassen en een heus zwembad. De veertien sfeervol in Afrikaanse stijl ingerichte kamers zijn top. Vanuit een heus ‘dagbed’ in onze kamer met airco, kijken we uit over de bush. Allerlei wild trekt aan ons oog voorbij. Op weg naar een drinkplaats staan olifanten pal voor onze glazen schuifpui de takken van een doornige struik te rukken. Met een gesmak en gekraak van jewelste, wordt alles voorzichtig naar binnen gewerkt. “Een lekkere verse snack”, hoor ik ze denken. Tijdens een uitgebreide ‘high tea’, maken we kennis met onze mountainbike gids Greg Bond (geen familie van James!). Greg is een aardige kerel met het voorkomen van een blanke Massai. Lang en met een gespierdheid van een breinaald. Wat later zitten we met een drankje in de hand op de veranda en kijken uit over het Afrikaanse land. Het is een grappig gesprek. Wij willen van Greg weten wat we de komende dagen op het gebied van mountainbiken kunnen verwachten. En Greg wil alles weten over onze ervaringen tijdens de vorige Cape Epic race in Zuid-Afrika. Hij gaat net als wij, over ongeveer twee weken, meedoen aan deze race en is hartstikke zenuwachtig. Da’s mooi, want dan zijn wij niet de enigen met gespannen zenuwen. De volgende dag verlaten we de veilige beschutting van het main camp en worden we gebracht naar het eerste mountainbike camp van Cycle Mashatu. Mijn superlichte bike lijdt plotseling aan zwaarlijvigheid. De medewerkers van Cycle Mashatu zijn zo vriendelijk geweest om speciale binnenbanden in mijn tubeless wielset te proppen. De binnenbanden zitten helemaal vol met een middel dat gaatjes onmiddellijk dicht. Geen overbodige luxe. Na een dag biken zitten er meer dan honderd afgebroken doornen in mijn band. Ieder exemplaar had garant gestaan voor een lekke band. Vooral de exemplaren van de acacia lijken meer op spijkers, dan op doornen. Zelfs jeepbanden zijn daarvoor niet veilig. ‘OLIFANTENDODER’ De instructie voor deelname aan mountainbike tochten is eenvoudig. Gids Steve rijdt voorop. Hij is herkenbaar aan het loodzware geweer op zijn rug. “We hebben het nog nooit gebruikt”, verklaart Greg. “Toch is het nodig. Als een dolle olifant aanvalt moeten we het dier met één schot kunnen doden. Om de schedel van een olifant te doorboren is een zwaar kaliber geweer en dito munitie nodig. Daarom hebben wij die bij ons. Aan de jeeps in het park zijn de dieren gewend. In een jeep zijn olifanten en leeuwen tot op korte afstand te benaderen. Niet uitstappen, dan ben je gezien. In een ander wildpark in Botswana is vorig jaar een man doodgebeten door een leeuw. Hij wilde samen met de leeuw op de foto en stapte uit. Niet slim. Zelfs zijn restanten zijn niet terug gevonden.” “Is de foto wel gelukt”, vraag ik schaapachtig? Greg reageert gepast. Hij doet net of hij me niet begrijpt en vertelt onverstoorbaar verder. “Op bikes reageren de dieren anders. De meeste vluchtdieren rennen weg. Zolang we op gepaste afstand blijven, negeren olifanten ons. Voor leeuwen zijn we relatief veilig, we staan niet op de menukaart en ze slapen het grootste deel van de dag.” Goh, wat ben ik gerust gesteld. ON THE TRAIL Net buiten het kamp springen de eerste impala’s gracieus voor onze fietsen uit. In een lint rijden we rustig achter gids Steve. Wij met een camelbak en hij met de ‘olifantendoder’ op zijn rug. Regelmatig stoppen we en krijgen uitleg over de dieren, hun levenswijze, de sporen die ze achterlaten, wat ze eten en wie ze eet. Hard fietsen we niet. Dat hoeft ook niet, want we willen vooral wild zien. Het hele park ligt vol met hopen ter grootte van een voetbal. Het zijn olifantendrollen. Een volwassen olifant produceert per dag zo’n 150 kilo poep. Daar kun je twee mountainbikers van boetseren. Als je bedenkt dat hier ruim duizend van die heren en dames rondlopen is dat 150.000 kilo per dag! Smakelijk! Ander onderwerp. Na een uurtje fietsen, parkeren we onze bikes onder een schaduwrijke Mashatu boom. Een minuutje later komt een jeep aanrijden. “Koffietijd”, zegt Greg. De medewerkers van het ‘main camp’ denken zeker dat we uitgehongerd zijn. Koffie, thee, frisdrank, water, cake, broodjes, chips en nog het één en ander. Twintig minuten later zitten we weer op het zadel. Zonder het te willen jagen we een kudde giraffen op hol. Ze rennen een tijdje voor onze bikes uit en slaan dan af. Van veilige afstand kijken ze ons na. Even later zie ik ze verder knabbelen aan verse blaadjes hoog aan de bomen. WILDERNESS CAMP Greg zou een goede Nederlander zijn. Hij klaagt over het weer. “Al vijf maanden is er geen druppel gevallen, en er is ook nog geen zicht op regen” vertelt hij. Ik stel hem gerust: “Geen nood, waar ik kom, regent het altijd wel een keer”. Blikken van ongeloof en hoongelag alom. Dan het ‘wonder’. Een paar uur later betrekt de strak blauwe lucht. In no time ontstaan zwarte donderwolken en de wereld om ons heen kleurt geeloranje. Het lijkt wel een te snel afgedraaide film. Greg en Steve zetten in een stevig tempo koers naar ‘wilderness camp’, een omheind kamp vlak bij een meertje. In allerijl zetten ze tenten op waar onze bagage in verdwijnt. Als de laatste haring in de grond zit, barst er een onweer los. En niet zo maar één; een inferno van bliksemschichten en bakken met water. Twee uur later is het droog én bedtijd. BUSH CAMP Na een onrustige nacht, werkt het eerste licht als wekker. Bewolking dempt de zon nog een beetje. Warm is het al wel. Ontbijten en dan is het weer ‘time for real life adventure’. Als volleerde bushbikers volgen we de ‘olifantendoder’. Na een paar kilometer jeeptrails, biken we langs een droge rivierbedding. Steve gooit het anker uit. Een flinke kudde dikhuiden steekt over. En, zoals iedereen weet, olifanten hebben voorrang. Ze stoppen om te doen wat ze de hele dag doen. Takken van bomen rukken, bladeren eten en verse hopen produceren. Met een eerbiedige boog gaan we om ze heen. Niet veel later staat er een kleine kudde zebra’s tussen de struiken ons in de gaten te houden. Wie bekijkt hier nu eigenlijk wie? De rest van de dag de bekende dierentuin: giraffen, impala’s, gnoes, jakhalzen en ontelbaar ander wild. Nog vol van de overweldigende indrukken arriveren we in ons ‘bush camp’. Nou ja, kamp. We stoppen onder een grote boom. Een jeep brengt stretchers, een kampvuur gaat aan, stoeltjes erom heen….. klaar! O ja, nog even de douche in orde maken. Grote waterzak met een douchekop eronder en warm water erin, in een boom hijsen, matje op de grond en spetteren maar. Simpel, effectief, heerlijk. Tijdens het eten rond het kampvuur is het tijd voor sterke mountainbikeverhalen. Waar of gelogen, dat maakt niet uit, als we maar lachen. Na de bushmeal komt Greg met lotjes. Ik trek 02-03. “De cijfers op je lotje, is de tijd dat je vannacht wakker moet blijven om het kampvuur brandend te houden. Dat houdt de beesten uit het kamp. Als er onraad is, maak je mij wakker”, zegt Greg streng. Twee uur ’s nachts. Daar zit ik dan. Pikkedonker, midden in de wildernis, verantwoordelijk voor de veiligheid van de groep. Ik drink een kop thee en tuur in het duister. Geritsel in de bush. “Suggestie”, denk ik nog. Nog meer geritsel, en nog meer. Ik loop het kamp een stukje uit en schijn met een zaklamp in de richting van het geluid. Waaaaaaaaahhhhhhhh! Oog in oog met een olifant van een meter of drie hoog, en nog één en nog één. Een hele kudde op niet meer dan een meter of twintig van het kampvuur. Slik! Niet dralen, Greg wakker maken! Die springt overeind, schijnt met zijn lamp naar de olifanten en onderneemt gepaste actie. “OK, dit kan nog net, ik ga weer slapen, maak me maar wakker als ze dichterbij komen”. Dichterbij komen onze dikhuidige vrienden niet. Wel blijven ze de hele nacht rond het kamp herrie maken. Je zult zulke buren hebben! CONCLUSIE Wat een belevenis. ‘Wilderness experience’ noemen de boys van Cycle Mashatu dit sprookje. De ultieme combinatie van avontuur en natuur. Bikers die veel kilometers, hoge snelheid en mega hoogtemeters als hoogste goed zien, hebben hier niets te zoeken. Het gaat niet om de inspanning. De bike is slechts een middel om één te zijn met de natuur. Midden tussen al het ‘wildlife’ staan alle zintuigen op scherp. Je voelt je gelijktijdig jager en gejaagde. Dit avontuur is een ervaring voor het leven. Heb je de nodige euro’s beschikbaar, twijfel niet. Ga naar ‘the land of the Giants’ en ben een paar dagen ‘biker in de bush’! |