Etappe
Afstand In km / Hoogtemeters Mittenwald – Weerberg 92,32 2789 Weerberg – Sterzing 90,83 3433 Sterzing – St. Vigil 81,12 2438 St. Vigil – Moena 84,58 2747 Moena – Imer 60,51 1831 Imer – Folgaria 111,85 3482 Folgaria – Rovereto 58,37 1967 Rovereto – Riva del Garda 44,44 1638 Totaal 624,02 20.325 De organisatie: § De route was perfect uitgepijld. Gevaarlijke oversteken waren altijd beveiligd. Bij inschrijving werd een uitgebreid roadbook uitgereikt. Het boekje voorziet de deelnemers van zeer uitgebreide informatie over afstanden, hoogtemeters, soort terrein, gevaarlijke punten en andere wetenswaardigheden. § Bij de start en finish konden de deelnemers hun fietsen gratis laten af- en herstellen. Een groot aantal monteurs van Shimano, Magura, DT, Centurion en Rock Shock stonden daar voor klaar. Defecte onderdelen werden tegen kostprijs vervangen. § Er reden enkele artsen op motoren over het parcours. Iedere ochtend en avond hadden de artsen spreekuur. Verband, pleisters, zalfjes en goed advies werden gratis vertrekt. § Alle teams kregen bij inschrijving twee grote Adidas sporttassen. Op de sportsporttassen staat het startnummer en het TransAlp-logo. Omdat ieder team een blauwe en een zwarte tas kreeg, had iedere deelnemer een herkenbare eigen tas. § Het transport van de tassen werd door de organisatie verzorgd. De tassen stonden bij aankomst al klaar op de slaapplaats. De vermoeide bikers hoefden daarom niet meer met zware tassen te sjouwen. § Het is ook mogelijk om in hotels te overnachten. Op de finishlocatie waren steeds medewerkers van de locale VVV aanwezig. Zij hielpen bij het reserveren van een accommodatie. § Sportdrank en energierepen (Go-bar), bananen en appels werden tijdens de rit in enorme hoeveelheden aangeboden, Helaas waren de bananen vaak op als de laatste honderd deelnemers bij de verzorgingsposten aankwamen. § Tijdens de meeste ritten bevonden de verzorgingsposten zich op uitstekende locaties. Een enkele keer lagen ze echter veel te ver uit elkaar. § Een onzuivere noot in een verder schitterende symfonie betrof het diner. Met 700 deelnemers waren de wachtrijen te lang. Ruim 45 minuten hebben we soms in de rij gestaan. Soms was er te weinig eten. De kwaliteit was zeer wisselend, soms goed soms gewoon ronduit slecht. Met vegetariërs werd helemaal geen rekening gehouden. Gelukkig waren er in alle finishplaatsen Pizzeria’s in overvloed. § Voor de terugreis van Riva naar Mittenwald stonden touringcars klaar (kosten € 50,-). § Iedere deelnemer kreeg van de organisatie een mooi Adidas TransAlp shirt. Alle deelnemers die de tocht volbrachten kregen ook nog een uniek finisher-shirt. De kosten § Het inschrijfgeld is flink hoog. Koste het 10 jaar geleden nog geen € 200,- nu moet diep in de buidel worden getast. § Het transport van de tassen wordt door de organisatie verzorgd. De tassen staan bij aankomst klaar op de slaapplaats. De vermoeide bikers hoefden daarom niet meer met zware tassen te sjouwen. § Het is ook mogelijk om in hotels te overnachten. Op de finishlocatie zijn steeds medewerkers van de locale VVV aanwezig. Zij hielpen bij het reserveren van een accommodatie. § Sportdrank en energierepen (Go-bar), bananen, en appels werden tijdens de rit in enorme hoeveelheden aangeboden. Helaas waren de bananen vaak op als de laatste honderd deelnemers bij de verzorgingsposten aankwamen. § Tijdens de meeste ritten bevonden de verzorgingsposten zich op uitstekende locaties. Een enkele keer lagen ze echter veel te ver uit. De kosten voor de overnachtingen in het zogenaamde ‘matratzenlager’ met ontbijt kwamen op DM 200. Voor de transfer van Riva terug naar Mittenwald werd DM 50 in rekening gebracht. Inschrijven: www.bike-transalp.de |
TRANSALP 1999 Bikkeltime
Tekst en foto’s: Ronald Jacobs Een déjà vu gevoel bekruipt me. Ik sta aan de start van de tweede editie van de Adidas Bike TransAlp Challenge in het Zuid-Duitse plaatsje Mittenwald. Veel komt me bekend voor. De startlocatie, de speaker, de sponsors, het uitvoerend team, ja zelfs enkele deelnemers herken ik van vorig jaar. Op dit moment lijkt het enige verschil met vorig jaar het aantal deelnemers. In 1998 deden er 250 ‘buddyteams’ mee. Dit jaar is het aantal gegroeid tot het maximaal toegelaten aantal van 350. Halverwege de tweede dag is het gevoel van herkenning echter verdwenen. De route van deze 1999-editie is nog extremer dan die van 1998. Het aandeel onverharde wegen en paden is flink toegenomen. Het aantal hoogtemeters is met ruim 2000 gestegen. Acht etappes De Adidas Bike Transalp Challenge is de zwaarste, maar ook fascinerendste bike marathon van Europa. In acht zware etappes moeten de deelnemers een afstand van 624 kilometer en een positief hoogteverschil van 20.325 meter overbruggen. Na de start in Mittenwald (Zuid-Duitsland) gaat de route via de Oostenrijkse plaats Weerberg, naar Italië waar de plaatsen Sterzing, St. Vigil, Canazei, Imer, Folgaria en Rovereto worden aangedaan. Tenslotte ligt de finishlijn aan het Gardameer in de badplaats, Riva del Garda. De wedstrijd werd gehouden van 24 tot en met 31 juli 1999. Op reserve Alle deelnemers zijn verplicht om een E.H.B.O.-set, isolatiedeken, reparatiemateriaal, regen- en warme kleding mee te nemen. Als ik de soms minuscule rugzakjes zie, vraag ik mij af of alle deelnemers aan die verplichting voldoen. Veel tijd om daar nog over na te denken heb ik niet, want het startschot klinkt. Rustig ga ik van start. Vorig jaar heb ik mijn lesje geleerd (zie MTB+ 1998 no. 8). Wat lichter trappend dan ik thuis gewend ben open ik de aanval op de eerste berg. Vandaag teer ik nog op de kennis van vorig jaar. De route is nagenoeg identiek. Als mijn teamgenoot en ik na zo’n zes en een half uur biken over de finish komen zijn we moe. Volgens het uitgereikte roadbook is de etappe van morgen nog veel zwaarder. Gelukkig hebben we vandaag zo veel mogelijk op reserve gereden. Over de rand De eerste twee kilometer zijn nog min of meer vlak. In het op hol geslagen peloton is van rustig warmfietsen geen sprake. Inhalen gebeurt links, rechts, en over het trottoir, werkelijk geen gaatje wordt onbenut gelaten. Gelaten en met enig leedvermaak zie ik het aan. Ík weet wat er gaat komen. De meeste hardrijders vallen meteen na de eerste bocht stil. De vijftien kilometer lange klim naar de top van de Geiseljoch (2295 m) begint. Na zes kilometer rijden we een nog wat glibberige onverharde pad op. Veel van de hardrijders verkijken zich op de meer dan tien procent stijging. We komen ze hier weer tegen. Met het vorderen van de hoogte neemt de begroeiing af. Als de bedekking van de bodem zich beperkt tot kleine plantjes en struiken geniet ik van het weidse uitzicht. Ik kijk achterom en zie de wolken onder me tegen de bergen hangen. De ochtendzon kleurt de toppen in zachte pasteltinten. Een bergmeertje is onwerkelijk blauw. Dit uitzicht maakt de inspanningen meer dan de moeite waard. Het lange lint bont gekleurde bikers werkt zich langzaam maar zeker naar boven. Tijdens de laatste tweehonderd hoogtemeters wordt het pad steeds smaller en moeilijker begaanbaar. De laatste kilometer rijden we over een heuse singletrack. Trialkwaliteiten zijn nodig om op de fiets te blijven. Pal voor me valt een deelnemer stil. Hij stapt aan de verkeerde kant van zijn fiets af en tot mijn grote schrik valt hij over de rand. Gelukkig loopt de berg hier erg schuin af en rolt hij slechts enkele meters naar beneden. Flink aangeslagen en met wat schaafwonden klimt hij terug op het pad en strompelt verder naar de top. Optimale controle Op de 2295 meter top waait een frisse juli wind. We doen een jack aan en dalen af. Het pad ligt bezaaid met grote brokken losliggende stenen. Gelukkig daal ik af want omhoog fietsen was hier onmogelijk. Deze downhill is de eerste serieuze test voor mijn nieuwe full-suspension bike. Nog wat onwennig daal ik af. Vorig jaar werd ik hier nog mishandeld. Niet (zoals meestal) door mijn vrouw, maar door het onophoudelijk tegen mijn achterwerk bonkende zadel van mijn hardtail. Nu merk ik dat de controle over mijn bike veel groter is. Niet alleen sneller, maar vooral comfortabeler daal ik af. De controle die ik over mijn bike heb is werkelijk fabuleus. Wel moet ik in de bochten erg oppassen. Soms hou ik er onvoldoende rekening mee dat een hogere snelheid ook een langere remweg betekent. Gelukkig leer ik dat vrij snel en een valpartij blijft uit. Berggeiten Met de 1400 hoogtemeters in de benen beginnen we aan de tweede klim van vandaag. Het venijn van de 2338 meter hoge Tuxerjoch zit hem niet in de klim, maar in de afdaling. Er is zelfs niet echt sprake van een pad. Volgens mijn fietsmaat is de aangegeven route alleen geschikt voor bergbeklimmers en berggeiten. Bikers hebben hier niets te zoeken, behalve als ze aan de TransAlp meedoen natuurlijk. Over het ‘slechts’ 2,5 kilometer lange stuk doen we bijna een uur. Voorzichtigheid is geboden. Een verstuikte enkel of schade aan een fiets zijn de kleinste problemen die je hier kunnen overkomen. Als we eindelijk in het dal aankomen zit het zwaarste deel van deze dag erop. Nog ‘slechts’ vijf kilometer á tien procent en één kilometer met een stijging van zestien procent. Daarna mogen we eindelijk onze vermoeide benen in het Italiaanse stadje Sterzing te rusten leggen. Affen Geil Halverwege de week rijden we vanuit St. Vigil de wonderlijke wereld van de Dolomieten in. Vanuit het dal voert de track ons omhoog de bergen in over een tapijt van witte sintels. Her en der staan in de glad geschoren weiden schilderachtige berghutten. De bergen lijken niet echt, zo mooi zijn ze. Als ik er de tijd voor had zou ik hier uren van de uitzichten kunnen genieten. De TransAlp dwingt ons echter om door te gaan. Vandaag staan er drie fikse cols op het programma. Niet alleen de weg, maar ook de temperatuur loopt vandaag flink op. Al vroeg in de ochtend spurt de thermometer naar 30 °C. Ondanks de inspannende klim dwing ik er mijzelf toe veel te drinken. Op de top van de eerste berg staat een verzorgingspost. Tot mijn verbazing is mijn Camelbak al bijna leeg. Ik vul hem met twee liter sportdrank, duw een banaan en een energiereep naar binnen en bike verder. Korte afdalingen en dito klimmen leiden ons over het hoogplateau van de Limojoch. Plotseling staan we aan de rand van een enorm ravijn. De enige weg naar beneden voert over een, tegen de bergwand geplakt, steil ezelpad. Biken is hier niet mogelijk. Lopen eigenlijk ook niet. Voorzichtig klauteren we de berg af en zeulen de fiets met ons mee. Gelukkig is het pad niet te lang en na een half uur scheuren we zittend op onze bikes de berg af. Over de volgende col kan ik ‘Duits’ kort zijn. De klim naar de Pralongia Hütte (2116 meter) is door de warmte en de enorme steile stukken ‘Sau Schwer’. De flitsende afdaling over prachtige schotterwegen is ‘Affen Geil’. De uit de Giro d’ Italia bekende Passo Pordoi beklimmen we grotendeels over asfalt. Als we op de 2242 meter hoog gelegen top staan, rest ons alleen nog de afdaling naar de finish in Moena. Einde van het avontuur Vier etappes later komen we aan bij het Gardameer. In het Italiaanse stadje Riva rijden we voor de laatste maal over de finishlijn. Door de speaker en het talrijke publiek worden we als helden ontvangen. We nemen het applaus en toejuichingen als een warme douche in ontvangst. Tijdens het eindfeest nemen we ons ‘finisher-shirts’ in ontvangst. Hier komt een einde aan acht dagen avontuur. Helaas is dit jaar het percentage uitvallers vele malen groter is dan in de 1998-editie. Het zwaardere en moeilijkere parcours heeft haar tol geëist. Voor velen was deze editie te extreem. Als we de volgende dag in de bus naar de startplaats Mittenwald zitten zijn we héél moe, maar ook héél voldaan! |