De Eifel-Hoogte-Route
Tekst en foto’s: Ronald Jacobs Een alpengevoel vind je in de Eifel, net over de Nederlandse grens. Eindeloze trails, panorama’s, hoogtemeters, bossen, weiden en gezellige middeleeuwse stadjes. Ronald Jacobs en Gerard de Bruijn mountainbiken de 220 kilometer lange Eifel-Hoogte-Route in twee dagen. En ondervonden dat de ene hoogtemeter de andere niet is. De Eifel is een dun bevolkt golvend stukje Duitsland vol natuurschoon en middeleeuwse dorpen en steden. Volgens het Eifel Verkeersbureau ontdekken steeds meer Nederlanders en Belgen de Eifel. Zij zijn graag geziene gasten die de toeristische sector een boost geven. Voor mountainbikers zijn er talrijke tochten uitgezet. Meestal uitgepijld en vaak met gratis GPS-downloads. Voor de recreatieve fietsers is er een netwerk van ‘radwegen’ die door de dalen gaat of de route van voormalige spoorlijnen volgt. Treinen houden niet van grote stijgingen, dus die paden zijn relatief vlak. Wij houden wel van fikse bulten, hoe geaccidenteerder hoe beter. De relatief nieuwe Eifel-hoogte-route is daarom een eersteklas uitdaging. Voor de 220 km en 2500 hoogtemeters trekken we twee dagen uit. Op papier een makkie. Maar papier blijkt geduldig. Monschau Vanaf de grensovergang bij Heerlen is het nog drie kwartier autorijden naar onze startplaats Monschau. Het is prettig toeven in dit schilderachtige middeleeuwse stadje vol vakwerkhuizen, smalle straatjes met kasseien en een indrukwekkende burcht. Dankzij de lakenindustrie en later de wolweverijen maakt Monschau aan het einde van de 16e eeuw een bloeiperiode door. Dit met dank aan het dwars door het stadje kronkelende rivier de Roer (Rur) dat het noodzakelijke schone water en stroom leverde. Tijdens een rondgang door de historische stad komt de inwendige mens royaal aan zijn trekken. Restaurants, cafés en ijstenten zijn er in overvloed. Bergje op en bergje af Goedgemutst vertrekken we vanaf het centrale plein in Monschau. Daar staat de eerste routepijl met het opschrift ‘Eifel-Höhen-Route’. Monschau ligt in een dal, dus gaan we op de pedalen. Een paar kilometer verder en 150 meter hoger, geen routepijl. Een beetje knorrig halen we de routebeschrijving uit de rugzak. Die is perfect. Duidelijke kaartjes, goede omschrijving van de route en bruikbare toeristische informatie. Later komen we er achter dat we de algemene fietsbordjes - wit met een rode fiets - moeten volgen als die er staan. Als er daarna weer een Eifel-hoogte-routebord staat, moeten we die volgen. Die kennis maakt het leven een stuk eenvoudiger en zorgt er voor dat de routebeschrijving voor het grootste deel in de rugzak blijft. Meenemen van die kaart is een must, want op een paar plaatsen zijn de routepijlen verdwenen. Ons GPS-apparaat is een welkome aanvulling op de routekaart en routeborden. De eerste tien kilometer is er geen onverhard stuk weg te bekennen. Even lijkt het een racefietstocht. Tot ons grote genoegen verandert dat bij het lieflijke, maar gigantische Rur-stuwmeer (110 km²). We cruisen een kilometer of tien over het kiezelpad dat vlak langs het water onder de bomen golft, draait en keert. De tropische temperatuur van dik in de dertig graden lokt dagjesmensen naar het water. Die doen wat slim is. Koelen en niet te veel bewegen. Wij doen wat dom is. Stevig fietsen, bergje op en bergje af. Schone lucht Aan de kop van het stuwmeer ligt op een rots boven ons de fraaie rode bakstenen burcht Hengebach. De route gaat langs een ruige schotterweg de bergen in. Hij klimt via haarspeldbochten door een dicht bos naar de top van de Adamsberg en dat geeft een echt alpengevoel. Uit het bos verandert de wereld als bij toverslag. Uitgestrekte velden golvend goudgeel koren met aan de horizon draaiende windmolens. Als we daar onderdoor fietsen valt pas op hoe immens die energiemachines zijn. Wordt er in Nederland veel gepraat over alternatieve energie. In de Eifel passen ze het al lang toe. Dat geldt niet alleen voor windenergie. Zonnecollectoren bedekken de daken van heel wat gebouwen. De stuwmeren leveren energie uit waterkracht. Prima, daar mogen wij een voorbeeld aan nemen. Trouwens, zware industrie is in de Eifel onbekend. Niet voor niets dragen heel wat stadjes de kwalificatie ‘Luft Kuhrort” als bewijs van de uitstekende luchtkwaliteit. |