Biken in een ansichtkaart
Het landschap van Val di Fiemme behoort tot de mooiste van Europa. De passen liggen meestal boven de 2000 meter en vlak? Dat kun je hier wel vergeten. Vol in de ankers! Nee, niet voor dreigend gevaar, of een haakse bocht, maar voor wat ik tussen de bomen zie. Ik kan mijn ogen niet geloven. De weerspiegeling van de bergen en bomen in de kraakheldere Karensee, is van een zeldzame schoonheid. Het lijkt wel niet echt. Ik krijg er geen genoeg van. Zoveel natuurlijke pracht, de beste uitzending van National Geografic is er niets bij. Op de Bike Motion in Utrecht trof ik Adriano, de manager van het Bellavista hotel in Cavalese in de Italiaanse Dolomieten, vlakbij Bolzano. Het hotel promoot zich als mountainbike vriendelijk. Dat, samen met de foto’s van fraaie panorama’s, waren voldoende aanleiding om naar het zuiden af te reizen. Nur Deutch Voor de openingsrit bestudeer ik samen met mijn fietsmaat Roel de gratis kaart boordenvol mountainbiketochten. Het zijn er heel wat. Als eerste verleidt ons de naam ‘Percorso dei passi e delle Malghe’. Een naam als een gedicht. Nou luistert de route ook naar nummer 224. Eenvoudiger, maar ook een stuk minder poëtisch. Het is een zwarte route en dat betekent stevige klimmen en technische uitdagingen. We gaan er voor. De start ligt bijna voor de deur van ons hotel. Cavalese (900 m) laten we snel achter ons. Dat is niet echt een kunst, want zo groot is het stadje niet. Na een paar kilometer smal en leeg asfalt draait de route een slingerend pad op van witte kiezelstenen. Voor de Dolomieten niets bijzonders want die fraaie witte paden zijn hier de standaard. Na een kilometer of acht neemt de steilheid toe en rijgen haarspeldbochten zich aaneen. Op de oma-versnelling knorren we druk keuvelend naar boven. Net voor de Passo di Oclini (1989 m) ligt de rustieke berghut Magla Gurndin. Op het terras doen we ons best om in het Italiaans twee koffie te bestellen. “Nur Deutch”, is het lachende antwoord van de jonge uitbaatster. Dat komt goed uit, want die taal beheersen we een stuk beter dan Italiaans. Het bord op de pas maakt nog eens extra duidelijk dat het gebied tweetalig is. Joch Grimm, is de Duitse naam. Dat klinkt een stuk minder sfeervol dan Passo di Oclini. Gedoogbeleid Een klein stukje over asfalt en dan de binnenlanden in. Een slingerend bospad eindigt bij een spannende trail. Keurig volgens de regels staat er een bord met het opschrift “Bici a spinta, Rad schieben, Push your bike”, oftewel lopen! Volgens de regelgeving terecht. Fietsen is verboden op trails die meer dan 20% klimmen of dalen en smaller zijn dan de wielbasis van een fiets. Het grappige is dan dat deze stukken in de beschrijving van de tochten juist aangeduid zijn als de uitdagende trails. Gelukkig is de Nederlandse uitvinding ‘gedogen’ naar dit deel van Italië geëxporteerd, dus niemand maakt er zich druk over als je er toch fietst. Genoeg gepraat, let the wheels role! De bosgrond met wortels verandert in losliggende schuivende stenen. De trail wordt snel smaller en lastiger. Oppassen, want over de rand kieperen is niet grappig. De haarspeldbochten zijn super kort. Te kort voor mijn stuurvaardigheid. Die plaatsen zijn dan ook nog opgeleukt met vervaarlijk uitziende drops. De Duitsers hebben een naam voor dit soort fraaie ellende, Spitzkehre. Die term slaat de spijker op zijn kop. De stuurvaardigheid komt hier namelijk extreem spits en als het fout gaat, ben je echt te laat om te keren. Met de adrenaline tot net boven mijn helm schuif ik de berg af. Goed vooruit blijven kijken is het devies. Tot stilstand komen, is een handeling die niet vanzelf gaat. Afstappen vraagt om acrobatische vaardigheden. Deze trail schreeuwt om een verstelbare zadelpen. Die maakt het afdalen en afstappen een stuk eenvoudiger en veiliger. De volgende keer wil ik er eentje in mijn bike. De route is goed uitgepijld met duidelijke bordjes. Toch ontbreekt er af en toe eentje, of staat er niet helemaal duidelijk. Met een GPS is dat allemaal geen probleem. Op de site visittrentino.it zijn alle routes te downloaden in verschillende formats. Dat maakt het bikersleven een stuk eenvoudiger. Dag voor doorzetters Een flink deel van de nacht heeft het pijpenstelen geregend. De wolken hangen tot voor het hotel. We wagen het er toch op. De auto parkeren we twee stadjes verderop. Via een fietspad naar Moena en dan op naar de Passo Lusia (2202 meter). Het eerste deel schiet als een raket de hoogte in. “Dat kan niet zo blijven denk ik”. Mis! Het wordt nog erger. De slingerende schotterweg is extreem steil en de ondergrond los. Steeds zoeken naar het beste spoor. Verstand op oneindig en doorbijten is de enige manier om fietsend boven te komen. Mijn kuiten kraken en de bovenbenen branden. Er komt geen einde aan en van een rustmoment is alleen sprake als de steilheid even terugvalt naar een procent of 12. De rest is tegen en boven de 20%. Dit is de onverharde XXXXL-variant van de Keuteberg. Om het nog erger te maken is een malloot de weg door de alpenweide aan het fatsoeneren met een loader. Hij woelt de gravel om en strijkt die plat. Alleen op de grasrand is fietsen nog mogelijk. Er komen moordneigingen in mij op. Alleen omdat diep in mij een relaxed persoon schuilgaat, onderdruk ik die neigingen en red op die manier een leven. Een zucht van verlichting als we de 2202 meter hoge Passo die Lusia bereiken. In de berghut net na de top, doen we ons tegoed aan koffie en gebak. De uitbater staat er ontspannen bij. Vermoedelijk waren wij vandaag de enige gasten. Helemaal ten onrechte. Het is droog en de wereld trekt langzaam open. De wolken in het dal onder ons dragen bij aan de heroïek van deze dag. Als het prachtig weer is, kan iedereen het. Nu is het een dag voor doorzetters. |