INFORMATIE BESTEMMING
Belangrijke adressen Frans verkeersbureau: www.franceguide.com/nl VVV Morvan: www.morvan-tourisme.com www.parcdumorvan.org E:[email protected] Bikeroutes: www.26x2.fr (alleen in het Frans) Overnachtingen: Wij verbleven in: Auberge de la Feuillouse in Rouvray, www.auberge-la-feuillouse.com Hotel-restaurant Auberge de la Chaloire, 71400 La Petite Verrière, www.auberge-de-la-chaloire.com met Nederlandse eigenaars en drie startplaatsen van mountainbiketochten in een cirkel van ca. 7 kilometer. Gite d’etappe Au Clapotis de la Cure, Palmaroux, 58230 Montsauche les Settons, www.auxclapotisdelacure.fr Wie een dagje cultuur wil snuiven bezoekt Dijon een kilometer of zestig ten oosten van de Morvan. In die stad herleven de luisterrijke dagen van het grote Bourgondische rijk van de 14e en 15e eeuw. |
MORVANBOURGOGNE
Parc natural régional du Morvan Tekst en foto’s: Ronald en Ingrid Jacobs In het hart van de Franse provincie Bourgogne ligt het Parc du Morvan. De mountainbike is in dit dun bevolkte natuurgebied koning. Er zijn maar liefst 22 verschillende startlocaties met in totaal 125 uitgepijlde mountainbike tochten, goed voor 2.500 km plezier. Op de website www.26x2.fr staat de nodige informatie. Al na een paar dagen mountainbiken zeggen onze benen dat het aantal onafwendbare hoogtemeters voldoende is voor een stevig trainingsrendement. De Morvan meet 50 x 70 km en je vindt hier heel veel dichte loof- en naaldbossen, weidegronden en houtwallen, afgewisseld door heidegebieden, rotsachtige hoogten en kloven, meren, vennen en heel veel beken en rivieren. Natuurlijk moeten we de verstilde gehuchten en kleine nederzettingen niet vergeten. Door de aanleg van zes stuwmeren heeft de mens zijn stempel op het landschap gedrukt. Het gebied bestaat uit een plateau dat naar het zuiden geleidelijk hoger wordt, maar de 600 meter niet overschrijdt. Le Haut Morvan in het zuiden, heeft meer weg van een gebergte, hoewel de toppen nauwelijks de hoogte van een middelgebergte bereiken. Het hoogste punt is Le Haut-Folin (901 meter). De meeste mensen laten de Morvan rechts liggen als ze over de ‘Autoroute du Soleil’ van Dijon naar Lyon scheuren. Geheel ten onrechte. Toegegeven de Morvan is geen allemansvriend. Wie op zoek gaat naar steden en uitgaansleven wordt teleurgesteld. Rustzoekers natuurliefhebbers, wandelaars en mountainbikers kunnen er hun hart ophalen. Wat opvallend is, is dat ’s middags ergens gezellig lunchen er meestal niet in zit. Met veel geluk vind je een klein café voor een koffie of thee. Typisch is dat je hier letterlijk met de deur in huis valt en de tijd heeft stilgestaan. Ons plan In totaal zijn er 2.500 km routes uitgepijld. Toch willen wij eens iets anders. Op ons verzoek heeft het toeristenbureau op drie uitstekende stafkaarten een vierdaagse route ingetekend. Die route biedt alles wat er op mountainbikegebied in de Morvan te beleven valt. Vol verwachting knarren we eind mei vanaf Maastricht 600 kilometer door België, Luxemburg en Frankrijk naar de in het noorden van de Morvan gelegen start- en finishplaats: Rouvray. Rouvray – Alligny Pluvius zet ‘s ochtends de sluizen open. Rond de klok van half elf gaan ze dicht, maar de wereld is nog steeds in een dichte nevel gehuld. Zelfs onder deze natte omstandigheid is de schoonheid van de omgeving zichtbaar en voelbaar. Haasten heeft geen zin want na iedere kilometer is een blik nodig op de stafkaart (schaal 1:25.000, Carte de Randonnée 2823 ET, 288OT en 2723ET, www.ign.fr). De route van vandaag volgt met regelmaat de onverharde trails die op de kaart zijn aangegeven als onderdeel van lange afstand wandeltochten. Niet dat we ook maar één wandelaar ontmoeten. Vandaag niet, en ook in de komende dagen is de wereld van de mountainbike trails voor ons alleen. Wij genieten daar met volle teugen van. Op papier lijkt de vierdaagse route (45 – 36 – 53 – 42 km) een makkie, naar ons gevoel zelfs te licht. Maar de combinatie van trails, hoogtemeters en de overvloedige regenval zorgen voor een totaal andere werkelijkheid. De paden zijn soppig, klimmen kost heel veel extra moeite. De dikke noppen ploeteren door de modder en graven zich in. Gladde stenen, modderpoelen en diepe plassen drukken de snelheid. Geen punt, want leuk is het wel. Zelfs het dalen gaat niet in vliegende vaart. Bijtrappen is nodig om vooruit te komen. De inspanningen zijn minstens het dubbele van die onder droge omstandigheden. Eergevoel dwingt om zo veel mogelijk zonder afstappen boven te komen. Sturen van steen naar steen, turen naar de harde(re) stukken waar wat grip te vinden is. Onderwijl ontwijken we veel slakken in allerlei variaties. Ze zitten werkelijk overal. Een eigenwijs exemplaar zelfs op onze fietscomputer. Als dat niet alles zegt over onze gemiddelde snelheid ……..? Reuze fietsvoer Op tweederde van de dagetappe komen we door het enige stadje van importantie. Het net 3.000 inwoners tellende Saulieu was in een grijs verleden een pleisterplaats van de postkoets op weg naar het zuiden. Behalve de paarden kregen ook de mensen de tijd om een hapje te eten. Bikers met een dikke portemonnee kunnen nog steeds voor een topmaaltijd terecht in de chique en peperdure restaurants La Poste en Côte d’Or. Gezien de prijskaartjes worden vuile mountainbikeschoenen niet als een probleem gezien en vinden mountainbike en helm een plaatsje in de garderobe. Wij zijn meer van het type ‘goed en snel als het kan’. Daarom nemen we plaats op een klein terras onder een luifel tegenover La Poste. We bestellen een ‘sandwich’. Ja, het Engels is ook hier doorgedrongen. Voor € 3,60 verwachten we een formaat pistoletje. Tot onze vreugde landt er een kleine halve meter stokbrood met tonijn, tomaten, sla en lekkere saus. Terwijl het hemelwater op de luifel begint te tikken, kan ons even niets gebeuren. Later, in de bossen, hebben grote bosbouwmachines het pad veranderd in een modderpoel van ongekende omvang. We mopperen tegen elkaar over zoveel vernielzucht. Gemakshalve vergeten we maar even dat zonder de bosbouw de paden er helemaal niet zouden zijn. Het middelste gedeelte van het pad staat niet onder water, maar is zo drassig dat er geen doorkomen aan is. De mountainbikes zakken diep weg. Door de dichte begroeiing is het onmogelijk om de plassen te omzeilen. Er doorheen dan maar de overschoenen houden het eerste water buiten. Met kunst en vliegwerk komen we de kilometers modder met redelijk droge voeten door. Plotseling is een kruisend pad veranderd in een rivier. Verderop ligt een provisorische oversteek en met wat klauterwerk bereiken we de overkant. Kleine gehuchten van een paar huizen zijn zo af en toe een dankbare afwisseling in het overweldigende groen. Veel mensen zie je er niet. De Morvan ontvolkt, jongeren trekken naar de grote stad, oude mensen blijven achter. Inmiddels hebben Nederlanders en Britten de Morvan ontdekt. Ze kopen er redelijk massaal een tweede huis. Na 42 kilometer en 1050 hoogtemeters zijn we oprecht blij als we in Alligny en Morvan aankomen. Lang zoeken naar Auberge de Morvan is niet nodig. Met één blik is namelijk het hele dorpje te overzien. Het ligt exact tegenover een monument ter nagedachtenis aan de gestorvenen van de eerste en tweede wereldoorlog. Dit soort monumenten is trouwens schering en inslag. Nog voor het uitstekende diner krijgen de mountainbikes een verdiende poets- en smeerbeurt. Als we aan de forel met amandelen zitten, komt de burgemeester ons nog even een hand geven. Lang duurt dit bezoek niet omdat hij geen woord over de Franse grens spreekt. Alligny – La Petite Verrière Als de luiken open gaan straalt er een vaal zonnetje door de wolken heen. Het lijkt een voorbode voor beter weer. We horen dat gedeeltes van Italië en Frankrijk flink onder water staan. Na het diner van gisteren is het ontbijt een enorme teleurstelling. Per persoon drie stukje geroosterd stokbrood met een beetje jam. De stevige bak koffie met melk moet het allemaal goed maken. Als we om half tien aanfietsen is het ‘al’ 18 graden Celsius. Ook vandaag zijn de trails afwisselend. Brede paden, kilometers singletrails en alles wat daar tussenin zit. Het gedeelte asfalt is zeer beperkt. Meer dan een paar procent is het niet. Ook de stijgingen variëren. Steil, heel steil en glooiend. Het enige wat onbekend is in de Morvan, zijn vlakke paden en gelegenheden waar je overdag kunt stoppen voor een snack. Op een singletrail heeft het water de overhand gekregen. Het pad is veranderd in een klein stroompje. Grappig en weer een leuke uitdaging voor de Enduro. Die heeft er allemaal niet zo’n moeite mee. Gewillig slokt hij alle oneffenheden weg. Klimmen die ik tot nog toe niet voor haalbaar hield, rij ik met ogenschijnlijk gemak omhoog. De zuigende modder, losliggende stenen, geulen, takken, het naar beneden stromende water en stijgingspercentages van in de 20% kunnen me niet stoppen. Al dat moois betekent wel dat ik op de harde paden een stevig stuk snelheid inlever en dat neem ik graag voor lief. Het is tenslotte geen race. Een uit enorme stenen gebouwde historische Romeinse brug laat de gedachten terug gaan in de tijd. Wie zou zoveel eeuwen geleden al die stenen in zijn handen hebben gehad? Dat het een knap staaltje werk is geweest, is duidelijk. De brug staat nog steeds fier overeind en wij zijn er blij mee. Zwemmend naar de overkant is geen aanlokkelijke optie. In dorpje Ménessaire hangt een bordje ‘cafe’. En dat is maar goed ook. Zonder die aanduiding lijkt het meer op de antieke woonkamer van een dorpsbewoner. Oma zit te puzzelen en een paar lokalen zitten om 11.00 uur al aan de wijn. Wij doen het met een stevige bak café au lait, iets eetbaars is niet te krijgen. De enige bezienswaardigheid hier in dit dorp is het kleurige château. Na een blik en foto is het weer tijd om de ‘bush’ in te rijden. Na slechts 36 kilometer en 850 hoogtemeters zijn we aangekomen op het meest zuidelijke deel van onze route door de Morvan. We vinden onderdak bij de door een Nederlands echtpaar gerunde Auberge de la Chaloire in het 65 zielen tellende gehucht Petite Verrière. Bij binnenkomst verwelkomt onze gastvrouw ons met de woorden: “Hebben jullie nog vuile spullen? want ik ben nu toch aan het wassen”. Manlief let meer op onze hongerige gezichten en we vallen dan ook dankbaar aan op een croissant met eigengemaakte appel-bananen jam. La Petite Verrière – Montsauche Les Settons Na het prima Nederlands/Frans ontbijt, dat dit keer wel op fietsers is afgestemd, staan we wat te dralen. Het regent pijpenstelen. Eigenlijk staat vandaag de koninginnerit op het programma. Na wat door de regen en modder te hebben geploeterd, besluiten we over de weg naar het volgende adres te rijden. Misschien laf, misschien iets voor watjes, maar in ieder geval iets voor ons. De slogan dat er geen slecht weer bestaat, alleen slechte kleding, klopt. Onze regenpakken en overschoenen houden ons droog en warm. Het voelt alleen zo ongezellig. Daarvoor ga je niet op fietsvakantie. Na 39 km regen-kilometers en 700 hoogtemeters staan we voor een erg rustig gelegen Gîte. We vallen hier, zoals bij zoveel Franse woningen, met de deur in huis. De vrouw des huizes komt meteen met warme sloffen aangelopen. Of we die aan willen doen omdat dat veel comfortabeler voor ons is. Onze ogen worden direct getrokken naar de drukke oeroude Franse vloertegeltjes. Om dol van te worden. Onze fietsschoenen krijgen een plaatsje voor de kachel, naast die van haar echtgenoot Patrick. Onze communicatie gaat met handen en voeten. De gastvrijheid daarentegen is ongelooflijk, en na de gebruikelijke kaasplank en dessert, vinden we rust in twee krakende bedden. Montsauche Les Settons - Rouvray Tot onze stomme verbazing schijnt de zon. Wij blij, zeker als ons wordt verzekerd dat de regenkans vandaag heel klein is. Onder de jackjes zitten shirts met korte mouwen verstopt. In het bos is alles nog bij het oude. Het ‘werkwoord’ modderpoelen is geïntroduceerd. Nou, vandaag modderpoelen we weer heel wat af. Was er thuis nog twijfel over het meenemen van de spatbordjes, daar is nu geen sprake meer van. We zijn er hartstikke blij mee. Op een kort verbindingsstukje over asfalt springt er plotseling een oude vrouw de weg op. Vervaarlijk met haar stok zwaaiend maakt ze duidelijk dat er gewacht dient te worden! Er komt namelijk een kudde koeien de berg af. Een minuut of vijf later is het eindelijk zover. Een stuk of tien exemplaren zijn samen met de boer onderweg naar een andere wei. Als het hek dicht is, mogen we van deze gebitsloze dame de weg weer op en scheurt zij in een oude Citroën de berg weer af, terug naar haar warme fornuis. Na twee uurtjes en wat technische passages slaat het weer plotseling om. Regen, een schrale wind en kou vergezellen de tocht voor de rest van de dag. Het bij mooie dagen schitterende stuwmeer Lac de St. Agan, is nu niet veel meer dan een donker gekleurde hoop triestigheid. We lezen later dat in vroeger tijden dit en andere stuwmeren één belangrijk doel hadden: ‘flottage’, ofwel het transport van boomstammen. Nu regelen de stuwmeren vooral het waterverloop van de grootste rivieren van de Morvan. Plichtmatig werken we het op onze routekaart ingetekende traject af. Een warme douche en een dito kopje thee later, voelen de 45 kilometer en 950 hoogtemeters weer heel anders. |