Oostenrijk dichtbij Kleinwalsertal
“Oostenrijk is ver weg en het is geen bestemming waar je heen rijdt voor een lang weekend of een midweek”. Voor de meeste Oostenrijkse mountainbikegebieden is dat ook zo, maar dat geldt niet voor het Kleinwalsertal. Eenvoudig met de auto over Duitse autosnelwegen, is dit gebied snel bereikbaar. Vanaf Venlo gerekend, ligt het Kleinwalsertal op minder dan 700 autokilometers. Bekende filepunten, zoals Munchen en Reutte, vermijd je en pak ‘m beet, de laatste 50 km gaan over secundaire wegen. Extra voordeel is dat je geen autobaanvignet voor Oostenrijk hoeft te kopen. Kortom, vroeg vertrekken betekent na de lunch: ‘op de pedalen’! Het Kleinwalsertal is een hooggebergtedal dat op een hoogte ligt, varierend tussen de 1050 en 1250 meter. In het zuiden en zuidoosten grenst het aan de Lechtaler Alpen, in het westen aan Voralberg en in het noorden direct aan Duitsland. Het dal is drie tot vier km breed en zestien km lang. De 2536 meter Grosser Widderstein sluit het dal in het zuiden af. Doorgaand verkeer kent het dal daardoor niet. Aan het einde van het dal is dat voor rustzoekers een voordeel. Aan het begin van het dal, in het stadje Riezlern (1086 m), komt al het verkeer daardoor natuurlijk twee keer voorbij. Houd met het uitzoeken van een acommodatie daarmee rekening. Als je op je rust bent gesteld, neem dan een overnachtingsadres dat niet direct aan de doorgaande weg ligt. Opmerkelijk is het aantal zonne-uren per jaar in het Kleinwalsertal: maar liefst 1556! RECHT VAN DE BOER De geschiedenis van het dal begint eigenlijk pas echt aan het einde van de 13e eeuw. De uit het Zwitserse Kanton Wallis gevluchte boeren, maken een begin met het bewerken van het vruchtbare land. Uit economisch oogpunt overvleugeld het toerisme de agrarische sector al lang. Maar zoals in bijna alle berggebieden kan het toerisme niet zonder de boerenbedrijven en de bosbouw. Zouden die bedrijven er niet zijn, dan betekent dat voor de toerist dat er minder te doen is. De weiden worden niet zo mooi gemaaid, heel wat tracks die gebruikt worden om van en naar de boerenbedrijven te komen en om de bomen uit de bossen te halen zouden niet bestaan, en het landschap staat meer bloot aan erosie. Een aardige bijkomstigheid in het Kleinwalsertal zijn de kleine bedrijfjes waar de landbouw- en veeteeltproducten vers ‘bij de boer’ te koop zijn. Vooral de grote diversiteit aan overheerlijke kazen sprak ons erg aan. Voor de echt geïnteresseerden heeft de VVV een speciaal boekje. GESCHIEDENIS Sinds 1453 hoort het Klein Walsertal bij Oostenrijk. In 1805 lijft het Duitse Bayern het kleine dal in. Het zogenaamde ‘Zollanschlussvertrag’ treedt in 1891 in werking. Dat, zeg maar belastingverdrag, trekt het Kleinwalsertal economisch bij Duitsland. Staatskundig blijft het gewoon Oostenrijk. Vreemd genoeg is dat verdrag nog steeds geldig. Alle huizen hebben om die reden twee postcodes, een Duitse en een Oostenrijkse. Vanuit Duitsland naar het dal bellen kan rechtstreeks, zonder het landennummer van Oostenrijk te kiezen. Bij de pompstations tank je Duitse benzine voor Duitse prijzen. Verder gelden er nog een heleboel economische afspraken, waar je als toerist niet zo veel van merkt. OPSTAND Allemaal leuke en interessante informatie natuurlijk, maar we kwamen hierheen om te biken. Als we aankomen liggen de bergen er magnifiek bij. Het is helder weer en de temperatuur verrast ons deze laatste dagen van juni met hoogzomerweer. Zelfs in ons hooggebergtedal stijgt het kwik tot boven de 30 °C. We bestuderen de kaart en besluiten naar het Freibergmeer te gaan. Vanuit onze startplaats Riezlern (1086 m) klimt een minuscuul asfaltweggetje kort maar steil tegen de flanken van de Söllerkopf (1925 m). Al snel levert dat een heerlijk uitzicht op over het dal en de stadjes Riezlern en Hirschegg (1122 m). Het asfalt stopt en gaat over in een grindpad dat hier ´schotter´ heet. Vijf kilometer onderweg en van de drukte van het dal is al niets meer te merken. Rust! Slechts een enkele wandelaar of collega biker komen we de komende uren tegen. Formeel is biken alleen toegestaan op wegen en paden die zo breed zijn dat er een auto zou kunnen rijden. Dat pikten de locale bikers niet en ze zijn in opstand gekomen. Resultaat; het mag nog steeds niet, máár er wordt absoluut niet tegen opgetreden. Soms is het maar goed dat het Nederlandse gedoogbeleid in meer landen is doorgedrongen. Hikers en bikers leven hier opvallend vredelievend naast elkaar. Een vriendelijke groet, of een begrijpende knik helpt om dat zo te laten. Zoals in het hele leven is respectvol met elkaar omgaan een groot goed. Genoeg gefilosofeerd… op de pedalen! |