In dit tweede deel van de ‘Trans Trentino’ gaan Gerard de Bruijn en Ronald Jacobs verder met de doorsteek van de Italiaanse regio Trentino. Nu gaan ze per mountainbike van de Italiaanse stad Trento naar eindpunt Ledromeer.
Dag 4: Trento naar Ronzo Chienis, 31 km en 1805 hm Fietsbereid staan we voor de deur van ons hotel in het centrum van Trento. Gids Tiziano komt met zijn auto en wil onze fietsen inladen. Ik protesteer hevig want een Trans Trentino doe je met de fiets en niet met de auto. Punt uit! Tiziano legt uit dat we heel ver om moeten om bij de route te komen die hij met ons wil rijden. Op dat moment begint het te regenen en ik laat mij ompraten. Wonder boven wonder passen onze fietsen als een legpuzzel in zijn minuscule autootje. Zes kilometer later arriveren we in het dorpje Cadine bij het huis van Tiziano.
Paddentrek Net onderweg, begint het te stortregenen. Niet fijn als er nog 1600 hoogtemeters in één ruk voor de wielen liggen. Boos belt Tiziano de meteo, omdat op zijn weer-app staat dat de zon volop schijnt. Of dat nou zinnig is? Na een half uurtje schuilen, fietsen we aan. Het blijft zwaar bewolkt, maar koud is het niet. De klim gaat voor 90% over onverharde paden. In het bos lijkt de trail te leven. Het zijn duizenden minuscule padden die er rondhuppen. Ze allemaal ontwijken is onmogelijk en er blijft een paar kilo paddenbilletjes achter op de trail. Als we een asfaltweg kruisen staat daar een prima restaurant. We eten uitgebreid en pauzeren op zijn Italiaans, veel te lang dus. Gezellig, maar niet verstandig want we zijn er nog lang niet. De laatste 500 hoogtemeters zijn pittig door de steilheid en de grove stenen. Het laatste stuk moeten we de bikes zelfs omhoog duwen. Voor Gerard is dat aanpoten. Zijn e-mtb weegt bijna 30 kilo. Het uitzicht zou hier – op dik 2000 meter – weids moeten zijn. Dikke wolken bederven de pret en zo af en toe trekt er een koude mist over ons heen. In het dal zijn de steden Trento en Rovereto nog vaag zichtbaar.
Zeldzaam Plotseling staat Tiziano stokstijf stil bij een oranje bloem. “Ohhh”, roept hij uit. “een berglelie, die heb ik alleen als kind eentje gezien, ze zijn in het wild heel zeldzaam”. Hij maakt direct een foto. Een paar meter verder staat nog een trosje. Om de hoek staat de halve berg er mee vol. Ja hoor, zeldzaam die lelies. We gaan verder over de bergkam. Best spectaculair. Als de downhill daar is, ben ik verbaasd. Tiziano haalt beschermende kleding en een full face helm uit zijn rugzak, die prima passen bij zijn downhill georiënteerde bike. We proberen het wel, maar van fietsen komt niet veel terecht. Onze gids geniet met volle teugen. Zelfs voor Gerard zijn de spekgladde stenen, de ontelbare drops en gaten toch echt way too much. Ik klauter een kilometer of drie de berg af voordat de trail rijdbaar wordt. Zelfs dan blijven de trails steil, de stenen glad en de ondergrond modderig. De laatste 1000 hoogtemeters is de slingerende trail zonder al te veel problemen rijdbaar. Zelfs de ‘eenvoudige’ delen zouden op veel plaatsen het predicaat ‘behoorlijk extreem‘ krijgen. Waar is het mis gegaan, vraag ik mij af? Is de informatie aan de gids niet duidelijk geweest? In mijn beeld heeft hij vooral bedacht wat hij zelf leuk vindt. Wie naar mijn crosscountry fully kijkt, ziet toch meteen dat die totaal ongeschikt is voor deze afdaling. Tiziano heeft een transfer geregeld naar het volgende overnachtingadres. Dat moet wel, want het is al bijna donker. De 12 km en 800 hoogtemeters naar het hotel zijn nu niet meer verantwoord om af te leggen. Ik baal werkelijk als een stekker. De downhill was niet geschikt en de transfers met de auto voelen als smokkelen.
Dag 5: Ronzo Chienis naar berghut Altissimo di Nago, 53 km en 2700 hm Het is maar moeilijk voor te stellen dat in deze nu zo vreedzame bergen 100 jaar geleden de Eerste Wereldoorlog in alle hevigheid woedde. Oostenrijkers en Italianen hadden zich letterlijk ingegraven in stellingen en fortificaties. Overal in dit gebied kom je de restanten tegen. Gids Filippo fietst naar de stelling van Perlone. Over een in de berg uitgehouwen trap dalen we af naar de strategische positie. Vanaf hier kon de vijand perfect onder vuur worden genomen. De plaats waar de kanonnen stonden is nog goed te zien. Aan de overzijde van het dal zijn de stellingen van de vijand zichtbaar. Ook zonder kanonnengebulder was het leven hier keihard. Zelfs nu hoogzomer, is het hier klam en ongezond. Ik moet er niet aan denken hoe het moet zijn geweest tijdens de lange koude winters zonder verwarming. Regelrechte horror, met als enig resultaat duizenden doden door beschietingen en totale uitputting! Nu zijn de verschrikkingen geschiedenis en resteert een fraai uitzichtspunt naar het zo’n twee kilometer lager gelegen diepblauwe Gardameer. De militaire ingenieurs, die de wegen dwars door de bergen aanlegden, konden niet vermoeden dat wij die nu gebruiken om plezier te hebben.
Kacheltje Na het lesje geschiedenis is het weer bike time. Een heerlijk steil rotspad, langs een granietplateau, ziet er spectaculair uit en is goed te rijden omdat we de bikes op snelheid laten rollen. Beneden weten we dat er 1900 hoogtemeters liggen te wachten. Trappen dus! Tweederde van de klim gaat over asfalt. Als een fikse regenbui ons overvalt maken we van de nood een deugd en stoppen voor de lunch. De uitbater zet een elektrisch kacheltje neer om onze kleren te drogen. Da’s nog eens aardig. Weer op de fiets breekt het wolkendek open en schijnt de zon heftig. We drogen al fietsend en klimmend verder op. De uitzichten zijn formidabel en dorpjes liggen schilderachtig tegen de bergwanden. Witte wolken hangen onder ons in het dal. De laatste 400 onverharde hoogtemeters, in nog geen vier kilometer naar berghut Rifugio Alitissimo (2059 m), betekenen stevig aanpoten over een pad vol grove stenen en ongelijke rotsbodem. Filippo trekt het niet meer. Hij is totaal aan het einde. Manmoedig worstelt hij zich naar boven. Na tig keer aandringen gebruikt hij de e-bike van Gerard. Hij gaat er bijna weer van lachen, bijna. De berghut voor vannacht is kampioen soberheid. Een douche is er niet en de lakens zijn van papier. Aan de dekens ruik ik liever niet. De kok blijkt een kunstenaar en we vallen aan op een eenvoudige maar uiterst smaakvolle maaltijd. Als culinair hoogstandje drijven er kleurrijke snippers op de overheerlijke soep. “lokale kruiden en planten”, verklaart de kok. “Dus het is gewoon heel erg toevallig dat je sokken draagt met precies dezelfde kleuren?” vraag ik. Hij reageert met een geheimzinnig lachje.
Dag 6: berghut Altissimo di Nago naar Torbole, 60 km en 1100 hm De regen van gisteren heeft één heel groot voordeel. De lucht is kristalhelder. Voor het ontbijt overzien we de omgeving. Majestueuze bergen glinsteren in de ochtendzon. Wauw, genieten! Als we het panorama in ons op hebben geslurpt, is het tijd voor een dampende koffie. Het eerste deel van de track is lastig. Zo af en toe zelfs niet fietsbaar. Al snel krijgen we een prentenboek uitzicht op het Gardameer gepresenteerd en de met sneeuw bedekte bergen van het Brenta massief. Na een paar kilometer wordt het allemaal eenvoudiger. Dan sluiten we aan op de verharde weg. Die verlaten we zo veel mogelijk om wandelroute 601 te volgen. Die trail is ‘uitdagend’ om het met een gevoel voor understatement te zeggen. Liever stappen we af en toe van de bike af dan dat we alleen over asfalt afdalen. Gids Stefano is er gelaten onder, al is hij er niet blij mee. Dat snap ik goed. Op zijn hardtail met V-brakes (ja, ze bestaan nog) is dat geen lolletje. In Nago is het tijd voor een welverdiende koffie en start het tweede deel van de dag. Het Tenno meer is het doel. Erg geweldig vind ik die route niet. Over een lange saaie asfaltweg erheen. Het meer lijkt nog het meest op een groot uitgevallen natuurzwembad. De terugweg naar eindbestemming Torbole is wel weer leuk. Kriskras door dorpjes, over wijnvelden en een fietsroute. Ons hotel staat op het strand van het Gardameer. Het geeft het gevoel aan zee te zijn, alleen zonder het zoute water. Als standaard wordt rond het middaguur de wind aangezet en komen er uit alle hoeken en gaten wind- en kitesurfers tevoorschijn.
Dag 7: Torbole naar Val di Sole, 52 km en 2900 hm We moeten nog serieus aan de bak in deze laatste etappe. Over het fietspad langs het Gardameer leggen we de eerste kilometers af naar de fraaie boulevard van het stadje Riva del Garda. De populariteit van dit stadje onder Duitse bikers vertaalt zich in een fors aantal fietsenwinkels en verhuurbedrijven. Ik snap die populariteit wat minder. Er liggen zeker een paar mooie trails, maar je moet er lange afstanden voor afleggen en ze zijn alleen geschikt voor zeer geoefende bikers. Meteen buiten Riva start de 2000 hoogtemeters lange klim. Geen punt, de klim is pittig, maar iedere meter is de moeite waard. De trail is door de Duitsers in de Tweede wereldoorlog aangelegd. Een fraai staaltje wegbouwtechniek tegen de ultra steile bergwand. Tunnels en galerijen wisselen zich in het eerste deel af met zicht op bergdorpjes. De combinatie met het strak blauwe Gardameer diep onder ons geeft het geheel een spectaculair uiterlijk.
Uphill flow Wij nemen de moeilijkste route omhoog. Een uurtje de fiets dragen vertelt gids Max ons. Daar klopt niets van. Dat deel van de route is voor mij voor 85% en voor Gerard met zijn e-mtb zelfs voor 98% te fietsen. We huppen van steen naar steen en met zelfvertrouwen over wortel- en keienpassages. De extra lol die je met een e-mtb kunt hebben wordt vandaag bewezen. Door de kracht van de motor zijn passages te overwinnen die op eigen kracht onmogelijk zijn. Het geeft een schwung aan de bike die wij ‘uphill flow’ noemen. We twijfelen even of we de lunch ‘al’ bij Rifugio Alpini Passo Nota (1058 m) nuttigen of nog acht km verder op de top van de Passo di Tremalzo (1805 m). We besluiten het direct te doen want je kunt het maar gehad hebben. Dat blijkt een gouden zet. De acht kilometer die komen zijn super zwaar. De witte trail slingert in fraaie korte haarspeldbochten naar boven. Het gaat afwisselend door diepe gravel of hobbelige grove rotsbodem. Buiten kracht, is concentratie nodig. Ik ben een beetje jaloers op de drie inch brede banden van Gerard. Die dikke sloffen ‘drijven’ op het grind. De ondersteuning van de motor drukt de bike over de rotsrichels. Geheel in tegenstelling met de afgelopen week is dit deel van de trail hartstikke druk. Tientallen bikers komen naar beneden. Een enkeling in beschermende kleding gestoken op weg naar de Xtreme trail die in het plaatsje Limone uitkomt. Op de top is het in berghut Riva tijd voor een apfelschorle. De afdaling gaat naar keus over een brede asfalt weg of over een singletrail. Eigenlijk is dit helemaal geen keus. De trail is super. Smal, slingerend langs de bergwand, steil, boomwortels, kleine drops en rotspartijtjes, maar net niet te moeilijk. Het laatste deel gaat over een bredere, steile schotterweg. Aandacht blijft nodig want verkeerd remmen in de overmatige hoeveelheid grind, leidt snel tot een vervelende crash. Max jaagt ons niet op. Integendeel, we moeten steeds op hem wachten. Hij geeft toe dat dergelijke afdalingen niet zijn cup of tea zijn. Aangekomen in het Ledro dal rijden we soepeltjes via de fietsroute naar het gelijknamige meer. In tegenstelling tot zijn mondaine broer het Gardameer is het hier relaxed en lommerrijk. De bikes gaan de garage van ons B&B in en daarmee is de allereerste versie van de ‘Trans Trentino’ een feit. En zoals bij iedere ‘trans huppeldepee’ is er ter afsluiting een feestje. Dat vieren we met zijn tweetjes. Na een verdiende douche eten we onze buikjes rond en drinken een glaasje fris sprankelende Italiaanse Prosecco.
Conclusie Trentino is wonderschoon. Landschappen wisselen elkaar in hoog tempo af. Van de spitse Dolomieten pieken tot de steil oprijzende bergen rond het Gardameer, van asfaltklimmen tot extreme singletrails, uitgestrekte wijnvelden, fraaie historische steden en dorpjes, heerlijk Italiaans eten, kunst en cultuur. Er is een enorme keus aan mogelijke routes. Je kunt onze route volgen, of bestaande routes aan elkaar knopen. Deze zijn te vinden op de sites van de verschillende VVV’s. Van vrij eenvoudig tot mega veel hoogtemeters en super technische trails. Wil je het helemaal luxe, neem dan een goede gids, maar spreek wel heel goed door wat je aankunt en wat je verwacht. Hoe je het ook doet, genieten is gegarandeerd in mountainbikeparadijs Trentino.