Belangrijke adressen
Informatie TransRockies · internet: www.transrockies.com · upsolut mv. gmbh, Birkenleiten 33, D-81543 Munchen. Tel: (00-49)89-65129930, fax: (00-49)89-65129944e-mail: [email protected] internet: www.upsolutmv.com · TransRockies Inc. 1842 - 14th Street S.W. Calgary AB, T2T 359 Canada. Tel:(001)403-2990354, fax: (001)403-2990351, e-mail: [email protected] Canadees verkeersbureau · Nederland: Canadian Tourism Commission, Postbus 30820, 2500 GV Den Haag. Fax: (0031)70-3111682, internet: www.canadatourism.nl Sites Canadese provincies waar de TransRockies doorheen gaat : • Alberta: www.travelalberta.com • British Columbia: www.HelloBC.com Algemene informatie: · Calgary and Area Tourism Destination Regio, 200,238 - 11th Ave. SE, Calgary, AB T2G 0X8. Tel: (001)403-2638510 internet: www.tourismcalgary.com · Kananaskis Country: Canadian Rockies Tourism, PO BOX 1298, Bannf, AB TOL 0C0. Tel: (001)800-661-8888, fax: (001)403-7628545, e-mail: [email protected] internet: www.canadianrockiestourism.com · Canmore: Tourism Canmore, tel: (001)403-6781295, fax: (001)403-6781296, internet: www.tourismcanmore.com |
Canadese TransRockies Challenge deel II
THE ROAD TO HELL tekst en foto's: Ronald Jacobs In de vorige uitgave van Mountain Bike Plus kon je lezen dat de eerste drie dagen van de TransRockies heel zwaar waren. Zo zwaar zelfs dat sommige deelnemers de lichamelijk belasting niet langer aan konden of wilden doorstaan. Ze gaven op. Het team van Mountain Bike Plus is nog in de strijd. In de resterende vier dagen gaan ook de elementen hun tol opeisen. Het parcours dwars door de Canadese Rockie Mountains verandert van zwaar, heel zwaar in ‘the road to hell’. koude start Het eerste licht dringt door het dunne tentdoek van ons tentje. Gelukkig houdt mijn stoffen oogmaskertje het buiten mijn geest. Op 1650 m hoogte is de berglucht koud. Ieder ademteug zorgt voor een fikse condenswolk in de tent. Mijn dikke slaapzak houdt me lekker warm. Eigenlijk wil ik nog slapen. Er is tenslotte nog tijd genoeg omdat de start pakweg pas over een uur of twee is. Het gestommel van mijn teammaat maakt me wakker. Hij zoekt nu al in zijn tas naar zijn warme fietskleding. “Getver….. shit… klo…. “Het heeft geregend”, zegt hij met een verbeten blik en kijkt me daarbij aan alsof dat louter en uitsluitend aan mij te wijten is. “Alles in de tent is nat, mijn slaapzak, mijn schoenen, alles”. Volgens mij is hij vergeten dat we gisteren door heel veel riviertjes en beekjes zijn gelopen en dat het daarom onmogelijk is dat zijn schoenen nog droog zijn. Met tegenzin kleed ik me ook maar aan en loop door het natte gras naar de grote tent waar het ontbijt klaarstaat. Het ontbijt is weer prima verzorgd. Met mutsen op werken we het naar binnen. We zijn klaar voor weer een dag biken in de Rockies. Dag 4 Ethering Creek - Sandy McNabb: 61 km met 1730 hoogtemeters Het is zwaar bewolkt, maar droog als we om stipt 08.00 uur worden losgelaten. Op papier de makkelijkste etappe. Het pad is de komende tweeënhalve kilometer lekker breed en gaat geleidelijk aan omhoog. Het deelnemersveld is al flink opgerekt als ik een golvende singletrack oprijd. Heerlijk, de snelheid zit er lekker in. Eigenlijk heb ik niet eens in de gaten dat het pad langzaam hoogte wint en daarna weer daalt. Na twaalf kilometer kan ik mijn ogen niet geloven. Een asfaltweg! Oh, dat rijdt fijn. Jammer alleen van die harde wind. In de bossen voelde ik daar niets van. Bij kilometer twintig staat een verzorgingspost. Na een powerbar en beker sportdrank sturen ze ons letterlijk het bos in. De verwachtte klim is steil. Onder droge omstandigheden misschien wel te fietsen. Nu slipt mijn wiel regelmatig door en moet ik te vaak van de fiets. De afdaling vanaf 1880 meter is niet al te technisch. Beneden zie ik in het roadbook dat we nog maar één serieuze klim voor de boeg hebben. Dat geeft een biker moed. Iets minder dan vijfhonderd hoogtemeters lijken zonder al te veel moeite overbrugbaar. Het lukt ons zelfs om het eerste deel fietsend af te leggen. Dan toch weer een flink stuk lopen. Het pad wordt zo smal dat we letterlijk dwars door de bosschages rijden. Mijn beenstukken voorkomen heel veel striemen. Op het kleinste verzet vecht ik me langzaam omhoog. De berg wordt kaal en wind neemt weer toe. Meestal een teken dat de top nadert. De wereld om ons heen is nevelig door de grote wolken die tegen de berg hangen. Ik vouw mijn capuchon uit mijn Goretex regenjack en zet die onder mijn helm op. Zo, dat is lekker warm. Als mijn hoogtemeter 2070 meter aangeeft zijn we op het hoogste punt. Het eerste deel van de afdaling is niet al te simpel. Grote mudholes, rotsblokken en dichte bosjes vragen om opperste concentratie en heel wat loopwerk. Dan wordt het pad breed. En snel! We suizen werkelijk naar beneden. Wel af en toe stoppen om onze brillen schoon te maken. De modder spat werkelijk alle kanten op. Zonder bril doe ik het maar heel even. Mijn ogen zitten meteen vol. Dan de tweede en laatste verzorgingspost. Tot mijn verbazing blijken hier een tiental deelnemers te zijn gestopt. Ze zitten flink onderkoelt in een bestelbusje. Wij hebben plezier, want er liggen nog maar zeventien kilometer voor onze wielen. Opnieuw het bos in. Flink modderig, maar we blijven op de fiets. De track verliest langzaam hoogte. Ondanks dat moeten we flink op de pedalen. Nog maar acht kilometer. Mijn fiets staat geblokkeerd. Niets draait meer. Alles zit vol modder. Met mijn handen schraap ik de modder, takjes en blaadjes weg. Tien meter verder hetzelfde. Alleen dragen gaat nog. Maar enorme hoeveelheid modder maakt de bike ondraagbaar. Een grote plas. Ik spoel mijn bike schoon en loop verder. Een rijder met schijfremmen komt me voorbij. Zijn wielen draaien nog wel. Mijn V-brakes verzamelen de rommel. Ik haal mijn V-brakes los. Mijn wielen draaien weer een beetje. Op afdalingen rij ik zo zonder remmen met mijn voeten aan de grond, naar beneden. Gevaarlijk natuurlijk, maar ik ben ten einde raad. We doen ruim twee uur over de laatste acht kilometer. Vijfhonderd meter voor de eindstreep moeten we nog door een brede, ijskoude, hevig stromende rivier. Niet lekker, maar mijn fiets spoelt wel redelijk schoon. “Ieder nadeel heb zijn voordeel” zou Johan Cruijff zeggen. De remblokken die ik gisteren nieuw had gemonteerd zijn tot op het ijzer versleten. Dag 5 Sandy McNabb - Bragg Creek: 110 km met 2400 hoogtemeters De jongens van ‘The Bike Shop’, een fietsenwinkel die meereist en defecte bikes repareert, hebben tot diep in de nacht staan sleutelen. Aan vrijwel iedere fiets was wel iets. De mijne had in ieder geval nieuwe remblokken en derailleurkabels nodig. Ik ben ze hartstikke dankbaar en steek dat niet onder stoelen of banken. Vandaag staat de langste etappe op het programma. 118 Kilometers om precies te zijn. De nummers één uit de rankschikking stappen niet meer op hun bikes. De etappe van gisteren heeft haar tol geëist. Oververmoeid en ziek zijn ze. Ik voel met ze mee. De eerste dertig kilometer gaan vrij snel. Een beetje asfalt, heel veel gravelroads en vierhonderd hoogtemeters. Daarna een kilometer of tien modderige, maar berijdbare singletracks. Aan de vele gladde boomwortels ben ik inmiddels gewend. Net voor de eerste serieuze klim barst een noodweer los. Ik wist niet dat er zulke grote regendruppels bestonden. Mijn regenpak houdt me droog en warm. Leuk is anders. Wat we niet weten is dat deelnemers die nog voor de beklimming van ‘onze’ berg zijn, worden tegengehouden door de organisatie, die vindt dat doorgaan te gevaarlijk is. Bij kilometer zeventig klaart het enigszins op. Het regent niet meer. Een steile en smalle singletrack brengt ons voor de eerste keer vandaag boven de tweeduizend meter. Lopen is voor alle bikers de enige optie. “Hike and Bike” noemen ze dat hier. “Verkeerde en vooral dure wandelstok”, noem ik dat. Na de top dalen we zo’n 150 hoogtemeters. Het pad blijft moeilijk. Voorzichtig daal ik af. Veel fietsend, maar soms ook naast mijn bike. Voorzichtigheid is geboden, want als hier iets gebeurd, ben je nog niet jarig. Opnieuw omhoog. Hetzelfde ritueel. Dan een lange afdaling naar 1750 meter. De hevige regen heeft de rotsen glad gemaakt en het zand omgetoverd in vette modder. Gelukkig niet van de soort die als lijm aan mijn bike plakt. Jezus Christus, alweer omhoog. Dit keer naar 2050 meter en opnieuw is lopen de enige optie. Ik zie verschrikkelijk af en twijfel langzaam aan de zin van mijn lijden. Met moeite zet ik de idee om te stoppen uit mijn hoofd. Ik ploeter door. Eindelijk boven. Blij ben ik niet, want ik weet niet wat er nog komt. Een hele lange afdaling volgt. Die blijkt nagenoeg helemaal te fietsen. Een gevoel van euforie komt in me op. Yes! Onderaan de berg op 1400 meter staat de verzorgingspost. Behalve energierepen krijgen we het bericht dat alle deelnemers die tot hier gekomen zijn over de weg naar de finish gaan. Acht kilometer korter en helemaal rijdbaar. Twintig kilometer asfalt later gaan we in Bragg Creek over de finish. Het is inmiddels 19.10 uur, ruim elf uur na de start. We worden als helden binnengehaald. Kippenvel!! alarm Eindelijk eens niet in een tent, maar in de sporthal van de locale high school. Lekker warm en niet vochtig. Het licht gaat uit en het gesnurk aan. Niet naar luisteren. Lukt niet. Ik word er gek van en daarom ga ik op zoek naar een rustigere plaats. Na een kwartiertje gaat er plotseling een snerpend luid alarm af en door de speakers klinkt oorverdovend: "You are in an onauthorised area. Please leave this area". Iedereen wakker. Ik pak snel mijn boeltje op en ga in een wel toegestaan gedeelte liggen. Als enkele minuten later de bewaking komt, kijk ik slaperig en schaapachtig om me heen. Mijn blik: "ik weet van niets" werkte weer eens perfect. Het gemopper over het klote alarmsysteem dat zomaar afgaat is niet van de lucht. Aan de ene kant baal ik, aan de andere kant vind ik het net goed voor al die ‘onauthorised’ snurkers. Dag 6 Bragg Creek - Kananaskis: 65 km met 1000 hoogtemeters Paniekerig gepraat maakt me wakker. “A blizzerd”, hoor ik een Canadees roepen. Ontzag klinkt in zijn stem, dus er zal wel wat aan de hand zijn. Ik kijk naar buiten en zie de sneeuw horizontaal voorbij komen. Buiten is het pikdonker terwijl het toch al licht moet zijn. Er ligt 15 cm sneeuw! Een vorm van lichte paniek is alom aanwezig. Dan komt er iemand van de organisatie. “De start is om te beginnen één uur uitgesteld” en “het weer klaart snel op”, zijn enigszins geruststellende woorden. De weervoorspellers in Canada hebben er kennelijk meer verstand van dan bij ons, want een half uur later is het inderdaad droog en de lucht opgeklaard. Een grote gele schoolbus brengt ons naar het ontbijt in een grote zaal. Daar meldt de organisatie dat ze haar verantwoordelijkheid neemt. De route wordt aangepast. Korter en minder hoogtemeters. Flink dik aangekleed gaan we om 09.00 uur van start. Eerst rijden we met flinke snelheid over een asfaltweg. We proberen in de grote groep te blijven, want in de ‘kudde’ is het warm. De weg verandert in een gravelweg. Nat en te zacht om echt lekker door te rijden. Daarna achttien kilometer over een golvende singletrack door de sneeuw. Een typisch geval van ‘winterwonderland’. Het enige wat ik mis is de kerstman op zijn arrenslee. Zelfs het weer doet mee. Langzaam trekken de wolken weg en laat de zon zich af en toe zien. Opnieuw komen we op een gravelweg. Een overdreven brede zelfs. De besneeuwde bergen liggen er fantastisch bij. Sprookjesboekpanorama, zal ik maar zeggen. De rolweerstand is zeker niet uit een sprookjesboek. Om op een vlak stuk vijftien kilometer per uur te halen moet ik flink trappen. Bij een gigantisch meer slaan we af en rijden de laatste twintig kilometer over een op en neer gaand stenig pad. We maken toch nog flink wat hoogtemeters. Mijn jas heb ik inmiddels in mijn rugzak gedaan, want het is flink warm geworden. Ruim boven de twintig graden. De finish is op het terrein van het Kananaskis Mountain Lodge. De hoofdsponsor en één van de meest luxueuze hotels van Canada. Na aankomst gaan we even lekker in de zon zitten. Ook dit zijn de Canadese Rockies: op één dag vier seizoenen beleven. We weten niet wat ons overkomt. Wij krijgen geen kamer, maar een suite, compleet met openhaard. En, jawel een heerlijk bad. Wat een luxe. Dag 7 Kananaskis - Canmore: 75 km met 1075 hoogtemeters Heerlijk geslapen, perfect ontbeten en klaar voor de laatste etappe. De eerste dertig kilometer gaan licht bergaf over een gladde asfaltweg. Een echte highway. In tien minuten zien we meer auto’s dan in de voorafgaande week. We gaan hard, heel hard. Soms rij ik meer dan vijftig kilometer per uur. Dan draaien we de Trans Canada highway op. Tien kilometer over de vluchtstrook van een echt drukke autosnelweg. Een snoeiharde tegenwind drukt het tempo. Dan de autoweg af naar de verzorgingspost en een hele smalle trail op. Af en toe een loopstuk, maar niet veel. Het merendeel is goed te fietsen. Het aantal hoogtemeters dat we maken blijft tot nu toe binnen de perken. Als afsluiting moeten we nog vijftien km over het verlengde parcours van de wereldkampioenschappen. De finishplaats Canmore zien we steeds onder ons liggen, maar steeds worden we de berg op gestuurd. Diverse keren komen we bijna op dezelfde plek. Na de zoveelste korte steile klim en de zoveelste korte afdaling begin ik schoon genoeg van dit rondjes rijden te krijgen. Dan, met nog een kilometer of twee voor de boeg een enorme klap. De achterband van mijn maat is geklapt. Niets aan de hand denken we nog even. Andere binnenband erin. Dan zien we een uitstekend stuk ijzer. De velgrand is afgebroken, doorgeremd. Er zit niets anders op dan lopend naar de meet. Ik de rugzakken en de fiets van mijn maat aan de hand, hij hardlopend ernaast. Zo komen we over de definitieve finishlijn. Applaus, pers eromheen, juichende mensen en opnieuw kippenvel. We omhelzen elkaar, missie volbracht, hartstikke kapot zijn we, maar janken doen we niet, wij zijn tenslotte echte bikkels. T-shirt ’s Avonds de uitreiking van de finisher-shirts. Pas nu valt echt op hoeveel bikers uit de klassering zijn gevallen. De volgende dag lopen we wat verloren door Canmore. Na een week wildernis moeten we afkicken in dit Valkenburg van Cananda. Op een terras zitten, koffie drinken en nu eens fris achter de computer in een internetcafé. Het gewone leven is weer wennen. Eigenlijk verlang ik nu al weer naar mijn bike. Maar nog meer verlang ik naar huis en haard. Het is tijd om naar huis te gaan. Conclusie De TransRockies was een extreme Mountainbike-evenement. Zijn de trails al zwaar genoeg, de weersomstandigheden maakten de route vaak tot ‘the road to hell’. Alle lof voor de organisatie. Die is perfect. Het inschrijfgeld van € 2500,- per team is natuurlijk geen koopje. Dat is exclusief de vlucht naar Canada. Het is verder een materiaalslachting. Aan mijn bike is heel veel kapot gegaan. Maar nu ik de pijn en de vermoeidheid niet meer voel, is er het gevoel iets groots te hebben gepresteerd. |