Reisinfo
Van de Balearen is Mallorca (3625 km2) het meest geliefd en het meest bezochte eiland. Het heeft een stabiel klimaat met een gemiddelde temperatuur van 25°C in de zomer en 10°C in de winter. De wind komt meestal uit het zuiden en is warm. Tegen koele, noordelijke winden vormt het gebergte in het noorden en noordwesten een zeer effectieve beschutting. Dit prachtige bergmassief met grillige contouren heeft als hoogste piek de Puig Major (1445 m). Dit bergland gaat abrupt over in een laagvlakte die het hele centrum van Mallorca beslaat. In het zuidoosten ligt een laag gebergte met toppen van ongeveer 500 meter. Veel touroperators bieden reizen naar Mallorca aan. De prijzen variëren sterk. Maart, april, mei, september en oktober zijn bij uitstek geschikt voor fietsers, zonder extreme hitte. In maart en april valt nog wel wat regen. In april en begin mei is het hele eiland overdekt met bloemen. Buiten het hoogseizoen kun je zeer goedkoop naar Mallorca. Wij betaalden € 450,-- p.p. voor twee weken in een tweepersoons appartement. Fred Rompelberg biedt geheel verzorgde fietsreizen aan die zich richten op de sportieve fietser. De deelnemers die ik gesproken heb waren tevreden over de organisatie. Persoonlijk vind ik de prijs aan de hoge kant. Fiets huren Op Mallorca kun je hele mooie racefietsen huren. Fiets meenemen Bij de meeste chartermaatschappijen is het meenemen van de eigen fiets geen probleem. Je betaalt wel een toeslag van rond de € 60,-. Wegen Er liggen maar enkele tientallen kilometers autosnelweg op Mallorca. Op alle andere wegen is fietsen toegestaan. De hoofdwegen tussen de grotere plaatsen kun je beter mijden; deze wegen zijn druk en daarom onaangenaam. Het netwerk van binnenwegen is heel uitgebreid, deze wegen zijn meestal heel rustig, goed onderhouden en bieden de beste uitzichten. Een racefietsparadijs. De bewegwijzering is goed, maar is gericht op de automobilist en verwijst hoofdzakelijk naar de hoofdwegen. Uitstekende wegenkaarten zijn voor slechts enkele guldens te koop op Mallorca. Eten en drinken Eten kun je overal, maar de prijzen zijn over het algemeen hoog in verhouding tot de kwaliteit. Mijn ervaring is dat de buffetmaaltijden in de grotere hotels een betere prijs/kwalitietsverhouding hebben. ‘The place to be’ voor fanatieke fietsers die veel eten. Locaties De meeste hotels en appartementen staan aan de zuidkust van Palma de Mallorca tot El Arenal. Dit gebied zeer geschikt als startplaats voor dagelijkse tochten. Vanuit Ca'n de Pastilla zijn de bergen vrij snel te bereiken. De hotels in het oosten liggen te ver van de bergen af om op de fiets dagtrips er naar toe te maken. Klooster Lluc Een 2-persoonskamer kost ongeveer € 30 per nacht. De kamers zijn relatief klein, maar ze zijn netjes en vooral sfeervol ingericht. Het ontbijtbuffet kost ongeveer ¦ 10,-- per persoon. Losse gerechten zijn ook te koop. Een verblijf in dit diep in de bergen verscholen klooster is zeer de moeite waard. Van daar kun je naar Cabo Formentor fietsen, wonderschone, meest noordelijke punt van Mallorca. www.mallorcaweb.com/reports/monasteries-and-sanctuaries/sanctuary-of-lluc/ |
'Triple-en' op Mallorca
Tekst: Ingrid Jacobs, Foto's: Ronald Jacobs Meedoen aan de bergachtige Dolomieten marathon in Italië is niet niks, je kunt daarom niet vroeg genoeg beginnen met trainen. Meer aansporing hadden Ingrid Jacobs en fietsvriendin Rikie niet nodig om een reis te boeken naar een zonnig, maar vooral ook bergachtig eiland. Met hun mannen reisden ze in april af naar Mallorca voor de nodige trainingskilometers. Op de luchthaven van Palma de Mallorca is het even zoeken geblazen, waar zijn onze fietsdozen? Buiten de aankomsthal hangen verwijsborden speciaal voor fietsers, hier is op ons gerekend! Een met hekken afgezet stuk buitenlucht is gereserveerd voor het afhalen van fietsen. In tegenstelling tot vele andere vliegbestemmingen is een fiets meenemen naar Mallorca niets bijzonders. De volgende ochtend om negen uur staan we te trappelen om van start te gaan. Nog wat fris aan de benen en met de gevoelige vrouwelijke delen ingesmeerd met babyolie kiezen we deze eerste dag voor een rustige rit van ruim 90 km. We fietsen langs de zuidkust en hebben een mooi uitzicht op de Middellandse Zee die stevig tegen de rotsachtige kust beukt. Dit spel van wind, water en rots blijft fascineren. Achter ons ligt een kilometerslang strand met daarachter een afgrijselijke skyline van enorme hotelcomplexen. Ik kijk dus vooral vooruit. Het aantal hotels in de binnenlanden en de bergen van Mallorca is minimaal en daardoor is hier de authentieke sfeer behouden. Achter de torenflats van Palma schuilt een eiland vol bekoring, vol verrassingen, vol onverwachte vergezichten, vol contrasten. Bij de vuurtoren op de rotspunt van Cabo Blanco draaien we het binnenland in. Voor het eerst voel ik de bijna altijd aanwezige wind op kop. Na enkele kilometers verlaten we de doorgaande weg en rijden via een heel smal weggetje naar Llucmajor. Deze weg is een voorproefje van wat ons de komende dagen te wachten staat. De verkeersarme binnenwegen zijn smal, het asfalt is glad en meteen naast de rijbaan staan ambachtelijk gestapelde muurtjes van stukken rots. Deze cementloze bouwwerkjes zijn meestal zo'n meter hoog en voorkomen dat het vruchtbare land de zee in wordt geblazen. De akkers zijn prachtig. De klaprozen onder de fruitbomen geven het landschap een schitterende rode gloed. Op een andere akker overheersen gele, blauwe of roze bloemen die ik niet ken. Ze doen mij denken aan mijn jeugd, toen al die wilde bloemen nog niet voor onkruid werden aangezien en het bloemenzaad nog de kans kreeg om te ontkiemen. Eigen Huis en Tuin zou hier goede ideeën opdoen. 'De tripolinies' Vier kilometer na Llucmajor sta ik aan de voet van een 543 meter hoge tafelberg die in de vorm van een hoefijzer in het glooiende landschap ligt. Een vijf kilometer lange weg voert ons naar het Monasterio de Cura dat, hoe kan het ook anders, op de top staat. Hoewel we ‘vlak’ zouden fietsen kunnen we deze klim toch niet weerstaan. Op de klim wordt de basis gelegd voor de bijnaam die Rikie en ik de rest van deze vakantie zullen houden. De klim is in de eerste 2,5 kilometer vrij pittig en noodzaakt tot klein schakelen. Dat kan op onze racefietsen. We hebben allebei Campagnolo Racing Triple, met voorbladen van 30, 40 en 50 tanden - vandaar ‘triple’. Achter is een 13-26 cassette gemonteerd. We maken veelvuldig gebruik van ons kleinste voorblad en gaan al gauw als ‘tripolinies’ door het leven. Ik denk wel ‘ns dat onze mannen jaloers zijn als wij de ketting op het kleinste blad leggen! Het Franciscanen klooster is op de tafelberg is de moeite waard. Het leven van de middeleeuwse monnik Llullus (geen grapje, spreek uit als Jullus) wordt in het museum verteld. Llullus werkte aan een vreedzaam samenleven van christenen, moslims en joden. Helaas blijkt daar 7,5 eeuwen later nog niets van terecht te zijn gekomen. De volgende dag staan de bergen op het programma. Onze eerste klim start in de hoofdstad Palma de Mallorca. Het valt mij op dat de Mallorcaanse automobilist respect heeft voor fietsers. Ondanks de drukte van de ochtendspits heb ik niet het gevoel dat ik ieder moment van mijn fiets gereden kan worden. Bijna in Palma komen we tot mijn stomme verbazing terecht op een heus fietspad. Het rode pad ligt tussen het strand en de boulevard en ik heb een mooi zicht op de stad, op de kathedraal La Seu, het fort, de jachthaven en het hoger gelegen Castillio de Bellver. Dan zien we de weg voor ons omhoog gaan met een stijgingspercentage dat er niet om liegt. Tussen de naaldbomen door zien we Palma snel onder ons wegzakken. Na ongeveer vier kilometer met haarspeldbochten staan we op de top van deze 395 meter hoge Coll de Sa Creu. Na een korte, steile afdaling loopt de weg tussen enkele bergen door. Tijdens het afdalen over het lange stuk vals plat krijg ik vleugels. In een klein dorpje genieten we in de lentezon van thee en koffie. Mijn man (Ronald) ontdekt hier de café con leche. Al snel blijkt deze warme melk met koffie vreemde dingen te doen in zijn lichaam. Zijn directe omgeving verandert in een fietsende, overkokende melkfabriek. De lucht die hij produceert is weerzinwekkend. Hij wordt er zelf niet goed van gelukkig schakelt hij snel over op een ander verkwikkend drankje. Vanaf Andratx loopt de brede maar verkeersarme weg niet al te steil omhoog. Ik kijk regelmatig op mijn hartslagmeter om te voorkomen dat ik te hard naar boven ga. Na deze 343 meter hoge Coll de Sa Gremola wachten er vandaag nog vier colls en heel wat klimmen zonder naam. Op de top worden we beloond met de eerste uitzichten op de woeste westkust van Mallorca. De strijd tussen de zee en het steile, ruim honderd kilometer lange Tramontana-gebergte heeft een subliem natuurlijk kunstwerk opgeleverd met gekloofde rotspartijen en natuurlijke baaien. De ruim 60 kilometer lange kustweg naar de havenplaats Soller is een aaneenschakeling van fotogenieke panorama's. De uitzichten zijn fabuleus. Het aantal hoogtemeters dat je op deze route maakt is niet te onderschatten. De weg daalt regelmatig tot bijna zeeniveau om daarna weer te klimmen. Naar 325 meter (Coll d'es Pi), naar 295 meter (Coll de Sa Bastida) en naar 500 meter (Coll de Claret). Misschien geen erg indrukwekkende cijfers, maar de steile klimmen zijn ruim voldoende voor een zware fietstocht in het voorseizoen. Suggestie We vertrekken vandaag vroeg voor een tweedaagse fietstrip naar het belangrijkste bedevaartsoord van Mallorca, het klooster Lluc. Vooraf reserveren we twee kamers in het klooster. Onze echtgenoten dragen ieder een rugzak met kleren en wat toiletartikelen, alles natuurlijk lichtgewicht. Ik ben benieuwd - als iedere ochtend - of ik 'goede' benen heb. Ik heb mijn favoriete fietsbroek aan en we hebben broodjes en vijgen bij ons, én een bidon met Extran Energiedrank. De coll de Soller hebben we al eens beklommen vanuit Soller. Toen had ik enorme bewondering voor de mensen die me tegemoet kwamen tijdens mijn haarspeldbochtige afdaling, nu moet ik zelf aan geloven. Maar wat valt de klim me mee, minder lang en niet erg steil. Ik dronk van tevoren flink uit mijn bidon Extran Energiedrank (dacht ik) en ga als een speer met een voor mijn doen flinke versnelling naar boven. Ik ben er van overtuigt dat deze drank mij extra krachten geeft. Boven blijkt dat Ronald 's morgens de bidons heeft verwisseld. Ik heb gewoon water met een citroensmaakje gedronken. Hoezo suggestie? Ik geniet niet echt van de afdaling naar Soller. In de haarspeldbochten zitten ribbels in het asfalt en ik zit te krampachtig op mijn fiets. Door het aanhoudend hard remmen krijg ik last van de ‘remspieren’ in mijn schouders. Het wordt tijd dat ik mijn bochtentechniek verbeter. In Puerto Soller stappen we op de boot naar de voet van de Calobra pas. De Middellandse zee laat zich vandaag van haar mooiste kant zien. Het water is nagenoeg rimpelloos en het aangename zonnetje doet de rest. We hebben een subliem uitzicht op de grillig steil uit zee oprijzende, pastelgekleurde rotsen. We lijken in de verste verte niet op de andere toeristen op de boot. Ik vraag mij af waarom al deze mensen naar Sa Calobra gaan. Er is niets behalve een flink aantal restaurants en een souvenierwinkel. Ik ben gekomen voor de enige weg die mij van hier wegvoert. Dit is de mooiste weg die ik ooit gefietst heb. Hij slingert zich in tientallen haarspeldbochten door de woeste bergen, door ravijnen, door doolhoven om uiteindelijk 12 kilometer verder én 800 meter hoger te eindigen. Na een typische Mallorcaanse lekkernij aan de voet van de pas begin ik aan deze klus. Zweten De eerste honderd meter voert ons nog langs tientallen auto's en touringcars die 'het gewone volk' naar boven brengt. Ik denk er maar niet aan dat deze voertuigen mij later deze middag voorbij willen. Ik concentreer me op de klim. Ik rijd vastberaden op een hartslag die mijn verzuringsgrens nadert naar boven. Ronald legt als een 'Paul Huff' ons reisverslag op de gevoelige plaat vast. Later vertelde hij dat hij mij amper voor kon blijven. Dit streelde mijn ego natuurlijk enorm. Het gaat goed, ik voel het zweet dat langs mijn hoofd afgutst en ik prijs de momenten dat ik even in de schaduw rijd. Om door te gaan stimuleren mij alleen de vergezichten richting zee en een blik op het reeds afgelegde hoogteverschil. Met een jubelend gevoel bereik ik uiteindelijk als eerste het hoogste punt. Op de grond staat geschreven 'OLE' en zo voel ik het ook. De rest volgt snel en we beginnen al napratend aan onze vervolgtocht richting het overnachtingsadres. Klooster in Lluc Het belangrijkste bedevaartsoord van Mallorca is het klooster Lluc. Reeds om 14.30 uur checken we in. De kamers voor deze nacht zijn kraakhelder en gerieflijk. De toeristen die we die ochtend op de boot tegenkwamen begroeten ons vriendelijk. Ik had voor geen goud met ze willen ruilen. Het klooster ademt rust uit. Ronald verstoort de rust met enkele strofen uit een Latijnse mis die hij zingt alsof hij een aardappel in zijn keel heeft. Als hij klaar is kijkt hij glunderend rond en zegt: "mooi hè!". Over zijn zangkwaliteiten zijn de meningen duidelijk verdeeld. In de donkere basiliek - die zich in het uit 1260 stammende klooster bevindt - wordt de Zwarte Madonna vereerd. De glas-in-lood ramen en een spaarzaam lampje zorgen ervoor dat de basiliek goudkleurig verlicht wordt. Iedereen is stil en kalm. De vraag is of het de latent aanwezige vroomheid is of de vermoeidheid van deze en de voorgaande fietsdagen. Tegen zevenen doen we ons in het aanwezige restaurant tegoed aan een salade en een Spaanse omelet. Het normale bunkeren is deze keer niet mogelijk. We gaan met de kippen op stok en slapen de kerkklok rond. Regen Als ik wakker word kijk ik door mijn kloosterraam en zie dat de lucht grauw en grijs is. Ik neem aan dat het weer wel opklaart zodra we eenmaal het dal verlaten. Helaas, na het ontbijtbuffet met lekkere verse warme broodjes, blijkt dat de weergoden ons niet goed gezind zijn. We besluiten om de route aan te passen en het noordelijke schiereiland Cabo Formentor te laten voor wat het is. We rijden nog wel de hoogste pas van Mallorca op. Als we op 1036 meter op het hoogte punt van de Puig de Major staan wordt de lucht langzaam zwart. We moeten het doen met de herinnering van het wijdse uitzicht van het moment toen we enige dagen geleden op ditzelfde punt stonden. Toen kwamen we na een klim van 14 kilometer uit tegengestelde richting. Tegen de tijd dat we het aan de kust gelegen oude kunstenaarsdorpje Deia voorbij zijn regent het pijpenstelen. We besluiten om linea recta naar Palma te fietsen. Oppassen is het geblazen. De wegen zijn spekglad. Zoals altijd daalt de weg als we richting Palma racen. Vanaf Valldemosa gaat het zelfs 18 kilometer naar beneden. Een bijkomend voordeel van de regen is dat mijn Corratec banden weer hun felbegeerde gele kleur terug krijgen. Deze dagrit sluit ik af met een kopje koffie in een lekker warm bad en wat badolie voor mijn spieren. Mijn witte fietssokken zijn zo zwart dat ik ze meteen na terugkomst in ons appartement toevertrouw aan de afvalemmer. Mijn fietsschoenen krijg ik droog dankzij een fietsvriendelijke haarföhn. Synoniem Als ik na twee weken Mallorca in het vliegtuig stap neem ik met moeite afscheid van dit super fietseiland. Ik zal het missen, het vruchtbare akkerland, het onherbergzaam gebergte, de door dreigende bergen en diepe ravijnen omzoomde slingerende wegen en de rechte routes door glooiende vlaktes. Op Mallorca zijn trainen en genieten synoniem. Tijdens onze twee weken vakantie doorkruisten we een flink deel van het eiland. Om zo veel mogelijk hoogtemeters te maken beklommen we bijna alle passen van de in het westen van het eiland gelegen bergketen. Op onze 'rustdagen' maakten we onze kilometers door het glooiende landschap van oost- en midden Mallorca. Mallorca heeft 'mucho' fietsmogelijkheden. Bij thuiskomst was mijn conclusie: 'Fietsparadijs Mallorca, dat is genieten en trainen tegelijk'. |