Krappe bochten en diepe kloven
De kans om door Zwitserse droompanorama’s te fietsen is ‘s zomers het grootst. Maar hoe is het daar eind september als de zonkans krimpt, is mountainbiken er dan nog steeds top? We lieten de zomershirts thuis en gingen eind september mountainbiken in het kanton Graubunden. Terwijl hij diep in het minuscule kopje van zijn dampende espresso kijkt, zegt mountainbikegids Dario Linder: “Rijk zal ik er nooit van worden. Gelukkig wel”. We zitten op een klein terras en gloeien nog na van een mooie fietsdag. “In de winter organiseer ik allerlei evenementen voor de VVV en bedrijven. In de zomer en herfst werk ik als mountainbikegids en -instructeur. Biken is mijn passie, net als mensen wat leren. Als ik zie dat iemand met een smile op het gezicht over een strook met keien rijdt, terwijl er eerst bij iedere steen werd afgestapt, geeft mij dat een super goed gevoel. Dat gevoel, daar kan geen prachtig huis of grote auto tegenop. En natuurlijk weet ik wel dat ik geld moet verdienen. Ik heb sinds kort een dochtertje en dan wordt geld steeds belangrijker”. De woorden van Dario spoken nog een tijdje door mijn hoofd. De ogenschijnlijk eenvoudige zinnen hebben betekenis. In deze tijd waar werken de nieuwe religie is. Wie je bent, wordt maar al te vaak gedefinieerd door het werk dat je doet, de auto die je rijdt en het huis waarin je woont. Toch is dat niet waar het om gaat. Rijkdom zit in je hoofd, in je systeem en niet in de portemonnee. En de positieve vibes die mountainbiken en racefietsen geven, dragen daar zeker aan bij. Moet ik niet meer van deze levensinstelling overnemen? Spitzkehren Een paar uur eerder ontmoette ik Dario voor het eerst aan de voet van de bijna 2900 meter hoge berg Laaxer Stöckli in het stadje Flims. Snel uiterlijk, dikke bike, zekere blik en een ontspannen smile laten geen twijfel, hij is de gids. Dat hij ‘Guide’ op zijn shirt heeft staan en er in geen velden of wegen een andere mountainbiker te zien is, helpt natuurlijk ook. Bij het kennismakingsgesprek beken ik dat het soepel rijden van nauwe ‘spitzkehren’ op mijn repertoire ontbreekt. Die ultra krappe haarspeldbochten dwingen (te) vaak tot afstappen. Een paar minuten later staan we bij het fraai aangelegde oefenparcours. Zo’n beetje alles wat je in dit gebied tegenkomt, is hier te oefenen. Wortelpassages, sprongen, rotsbodem, trappen, smalle trails en natuurlijk ook spitzkehren. Die nauwe bochten zijn trouwens ontstaan om het vee van en naar de hoger gelegen weiden te brengen. Mountainbikers zouden veel vaker gewoon steil rechtdoor naar beneden rijden. We gaan meteen aan de slag. Dario doet het ‘korte keren’ een keertje voor met uitleg. Naar binnen sturen, dan naar buiten, vrij laat insturen om het achterwiel ruimte te geven en het allerbelangrijkste de bocht doorkijken en je schouder en je buitenste arm die beweging laten volgen. Verhip, na een paar keer stuntelen lukt het steeds vaker. Dat geeft een kick. Runcatrail Met de stoeltjeslift klimmen we 750 meter. Daar start de permanente Runcatrail parcours. Ik volg Dario door kombochten en kleine drops. Dit deel heet Super Mario naar het gelijknamige computerspel. En zo voelt het ook. Alsof je in een computeranimatie zit, met de spectaculaire omgeving als bonus. Langzaam wordt de snelheid en moeilijkheid opgevoerd. Een uitzondering maak ik voor de natte wortelpassages. Daar is voorzichtigheid troef. De plakkende modder en gladheid zijn te veel voor mijn noppen van mijn Racing Ralph’s. Dan zet Dario een skibril op en wordt de snelheid nog eens verhoogd. We suizen tussen de bergen door naar beneden. Op de North Shore passage knijp ik wat harder in de remmen. Ongewild van deze houten constructie sturen, lijkt mij geen pretje. Hoewel de planken breed zijn en mega grip hebben, voelt het toch onnatuurlijk aan. Gek eigenlijk, want op een trail van deze breedte zou remmen niet in mij opkomen. Leuk is de achtbaan van planken zeker. We suizen verder het dal in terug naar het oefenparcours en de stoeltjeslift. |