Als een meanderende rivier van betonplaten loopt de weg door het glooiende landschap, de bermen zijn botanische tuinen, de zon schijnt en de carbon velgen spelen een aangenaam deuntje. Wat valt er nog meer te wensen? Een fijn terrasje misschien?
Er zijn zo van die gebieden waar wielerhistorie is geschreven zonder dat er een col of een heftige kasseienstrook ligt. Plaatsnamen waarbij alleen bij fanatieke wielerliefhebbers een belletje gaat rinkelen. De dorpjes Meensel-Kiezegem, Tremelo en Scherpenheuvel bijvoorbeeld, in de Belgische streek Hageland. De eerste is de geboorteplaats van wielerlegende Eddy Merckx. Tremelo is verbonden met cyclocross kampioen Sven Nys die op de Balenberg een schitterend cycle centre heeft gebouwd. Scherpenheuvel heeft in ieder geval voor de leden van mijn fietsclub een speciale betekenis. De jaarlijkse wielertocht Reusel-Scherpenheuvel, georganiseerd door onze onverwacht overleden voorzitter Koos Antonis. Eerst koffie bij hem thuis in Reusel en dan met ‘een strakke ketting’ naar het bedevaartsoord. Daar eerst naar de indrukwekkende basiliek gevolgd door koffie en gebak in lunchroom Vangrootloon. Het gebak is legendarisch, de stukken passen amper op een ontbijtbord. Voor Nederlanders mooi meegenomen, de prijzen zijn er nog uit de tijd van de houten Belgische frank. Tijdens de rit die we in zijn nagedachtenis reden, begon ik de ruwe schoonheid van het gebied te zien. Het werd tijd voor een verkenning.
Sven Neys wielerronde De wielertrainingsronde van Sven Nys is voorzien van routebordjes en start bij het Cycle Centre in Baal (Tremelo). 93 km met 920 hoogtemeters zijn er te beslechten. Eigenwijs als mijn fietsmaat Wil Heinen en ik zijn, verlengen we de route naar 130 km om nog meer van de streek te zien. Tremelo door en dan langs het kronkelende riviertje de Demer. Bij een bruggetje staat het gestileerde houten beeld van Pater Damiaan. De hier geboren zaligverklaarde geestelijke staat model voor de vleesgeworden onbaatzuchtigheid. Hij nam de zorg voor leprapatiënten op Hawaï op zich, tot hij in 1889 pas 49 jaar oud zelf aan de ziekte bezweek. Het moment dat wij het fietspad langs het water verlaten begint de weg onophoudelijk te stijgen en te dalen. Erg steil zijn de meeste klimmen niet. Het landschap is glooiend. Er is geen barst meer van te zien, maar miljoenen jaren geleden kon je hier alleen op de waterfiets vooruit. De heuvels van nu, zijn de parallel lopende zandbanken van toen. Het is vruchtbare grond. Akkers, weilanden en boomgaarden vol fruitbomen bepalen het beeld. Bebouwing beperkt zich tot dorpjes en gehuchten. Bloesem is nadrukkelijk aanwezig. Volgens de botanicus naast mij is het perenbloesem. Aangezien ik amper een roos van een hyacint kan onderscheiden, geloof ik hem op zijn woord. Het feit dat we Kortenaken binnenrijden, zet zijn woorden kracht bij. Kortenaken is dé perengemeente van België. Zo af en toe gaat de route een stukje over een hoofdweg. Gek genoeg zijn die meestal in de slechtste staat. De combinatie van een strak frame en hoge carbon velgen geeft het gevoel van een op hol geslagen trilplaat. Een uitstekende training voor wie tijdens een rodeo zo lang mogelijk op de rug van een wilde stier wil blijven zitten. Soms is er ook zoevend asfalt. Dan is het vooral zaak om de bochten naar de smalle weggetjes met beleid te nemen. De aansluitingen zitten standaard vol gaten, er ligt gruis, het eerste stuk bestaat uit mijlen uit elkaar liggende kinderkopjes, of een combinatie van dat alles. Heerlijk zijn de smalle verkeersarme binnenwegen. Uiteraard gemaakt van echte Belgische betonplaten. Een probleem vinden wij dat niet, het geeft het gevoel dat we een mooi-weer-miniversie van de ronde van Vlaanderen rijden.
Averbode en Scherpenheuvel Eindelijk staat er een pijl naar een terrasje. Helemaal in stijl ligt die aan een weg vol kasseien. Het ziet er helemaal niet uit als een cafeetje. “Wij zijn occasioneel open”, verduidelijkt de vermoeide uitbater op een je-hoort-achter-de-geraniums-te-zitten-leeftijd. Zijn mededeling wordt onbedoeld ondersteund door het fabrieksgebak dat hij serveert. Gelaafd zetten we koers naar Averbode. De daar in 1134 gestichte Abdij is een publiekstrekker eerste klas. Terecht, want het is een prachtig complex waar het door de Norbertijnen gemaakte bier, kaas, brood en peperkoek gretig aftrek vindt. Voor de kerk ligt een zogenoemde spiegelvijver die het toch al fraaie gebouw visueel nog net dat beetje extra geeft. Een beetje in tegenstelling tot de devote omgeving van de abdij staat Averbode vol met ondeugende kunst. Bij de slager staat een oversized spaarpot in de vorm van een paar pronte billen. En bij de bakker een beeld met het onderschrift ‘van korstjes krijg je borstjes’. Het kunstwerk laat niet zo veel aan de fantasie over. Afijn, tijd om koers te zetten naar Scherpenheuvel-Zichem. Dat is één lange klim. De Onze-Lieve-Vrouwebasiliek is het drukstbezochte bedevaartsoord in België. En dat is te zien ook. Voor de oudere jongeren onder ons, hier speelde de televisieserie ‘Wij, Heren van Zichem’ zich af. In een apart kappelletje staat hét punt van verering, een klein houten beeldje van de Maagd Maria. Oorspronkelijk bedoeld als bescherming tegen de pest. Nou, die is al sinds jaar en dag niet meer uitgebroken, dus we mogen wetenschappelijk concluderen dat het beeldje werkt. Als atheïst heb ik niet zo veel met christelijke symbolen en rituelen. Toch kan ik het niet laten om een kaarsje ter nagedachtenis aan Koos op te steken. Daarna vieren we het leven met een calorierijke versnapering bij lunchroom Vangrootloon. Om vervolgens in de laatste 25 km de overvloedige tot ons genomen suikers weer te verbranden.
Eddy Merckx
racefietsronde
Als afsluiting de 70 km racefietsroute door het gebied waar
een piepjonge Eddy Merckx zijn eerste fietservaring opdeed. De start is in Meensel-Kiezegem,
het geboortedorp van Merckx. Tegenover het geboortehuis van ‘de kannibaal’
staat een monument om hem te eren. Smaken verschillen, maar het zou kunnen dat het
kunstwerk een belangrijke reden is waarom Eddy niet meer veel in het dorp wordt
gespot.
De route voert over verkeersarme boerenwegen van de
inmiddels bekende Belgische kwaliteit. Zelfs een lange strook met kinderkopjes ontbreekt
niet. Apart is dat iedere keer als er een serieuze kuitenbijter aan lijkt te
komen, de route net daarvoor afdraait en via een mildere variant hoogte kiest.
Leek mij niets voor Eddy, die slachtte zijn tegenstanders juist op de macht af.
We lunchen in stijl bij kasteel van Horst en scheuren daarna op snelheid terug.
Echte liefhebbers van de Belgisch klassiekers zullen mij
vast verwijten dat het echte ‘Ronde-van-Vlaanderen-gevoel’ wordt verkregen in
de kou en regen van het voorjaar. Ik denk dat ze daar groot gelijk in hebben.
Alleen ben ik dan ergens aan het fietsen waar het zonnetje overvloedig schijnt. .